AARDIG

Blogs van en over Atalanta en omstreken

Naar beginpagina Atalanta


Hufterig schaken

23 augustus 2014
Verhaaltje: Hamas vuurt een raket af, Israël vuurt als antwoord een raket af, zodat Hamas een raket stuurt. Ander verhaaltje: Israë‘l vuurt een raket af, Hamas vuurt als antwoord een raket af, zodat Israë‘l een raket stuurt.
Zie je het verschil?
Of dit, zegt de ene kant: als jullie ophouden met vechten dan gaan we direct mee in een wapenstilstand. Waarop de tegenpartij zegt: als jullie ophouden met vechten dan gaan we direct mee in een wapenstilstand.
Zie je het verschil?

Er is allerlei rottigheid in de wereld en de ene rottigheid is nog rotter dan de andere, isis, boko haram, het leger van de heer, noem maar op. Dan ontstaan er geluiden in de trant van: we kunnen die mensen toch niet laten stikken? Of vanuit de slachtoffers: we worden in de steek gelaten.
Dus we sturen voedsel en dekens en tenten en oude kleren. En we kunnen wapens sturen.
Ho!

Het is mogelijk het wereldgebeuren te beschouwen als een soort grote schaakwedstrijd, de ene zet leidt tot de andere, de ene zet is logischer dan een andere, de verdediging kan hier en of daar beter georganiseerd worden. Bij het echte schaken blijft het bij wat ongevaarlijk heen en weer schuiven van stukjes hout en in het allerergste geval slaat een heethoofd eens met het schaakbord op de kop van de tegenstander, maar dan word je gelijk uit het schaken verbannen. Het schaakspel van het echte leven bevat geen ongevaarlijk stukjes hout maar wapens. En gebruik van wapens is altijd kiezen voor daden uit het hufterige vocabulaire. De raketten van Hamas zijn net zo hufterig als die van Isra‘l, het vechten van het Oekraï‘ense leger is net zo hufterig als dat van de militie van de Volksrepubliek Loegansk.
Bij het beschouwen van de wereld als schaakwedstrijd zegt men dan dat niet alles 'net zo hufterig' is. Daar is wat voor te zeggen, maar toch kan niet genoeg benadrukt worden dat meegaan in dat schaakdenken altijd neerkomt op het open houden van de keus voor acties uit het hufterig idioom. Altijd. Ik herhaal: altijd.

Abstract schaaktechnisch bezien is er geen verschil tussen wat Isis doet en het gooien van een bom op een Isiskamp. In beide gevallen zetten lieden hufterige middelen in om elders iets naar hun wensen in te richten. Ik zou zeggen: verlaat het schaakdenken.

Ja maar, die arme mensen... Zonder het inzetten van hufterige middelen is inderdaad niet alles oplosbaar, maar zie in de wereldgeschiedenis wat er allemaal met inzet van wapens opgelost is. Zijn dat wel oplossingen? Ten koste van wie? Denk je echt dat het hufterige Hitlerduitsland een duizendjarig rijk was geworden? De hufterige Sovjetunie zakte ook opeens zonder wapengekletter als een pudding in elkaar, en dat duurde lang geen duizend jaar.

Ik stel voor dat armpje-drukken nog net toegestaan wordt als overgevoelige in hun trots gekrente venten iets uit willen vechten. Maar verder: nooit meer hufterij, overal remise. In plaats van denken in termen van politionele acties en wapenverkoop of wat dan ook, zou de hele wereld zich ook kunnen scharen achter de vredesgroepen van joodse, palestijnse, oekraï‘ense, russische, seculiere, islamitische of wat voor snit dan ook. Want die zijn er.
[WR]

Festivallitis

Mensen zitten graag met zijn allen op een kluitje. Niet alle mensen, maar wel veel. Houden ze zoveel van elkaar? In elk geval staan ze liefst met hun neuzen dezelfde kant op. Ze kijken naar dezelfde voetbal die over het veld schiet, ze dansen en zuipen hele nachten door op hetzelfde immense feest, ze liggen hutjemutje op hun handdoekjes op hetzelfde strand.
Zoveel mensen, zo dicht bij elkaar, ze zouden met gemak een gevaar kunnen vormen voor de staat, maar dat doen ze niet. Ze zijn niet uit op verbetering van de wereld, zelfs niet van hun eigen situatie, ze willen alleen maar genieten van het moment, met volle teugen.
Niets mee mis, hoewel misschien soms toch.
Vroeger waren er vrouwenfestivals, 1 mei-manifestaties in Parijs waar honderdduizenden op afkwamen, en hier hadden we de Hollanditis met een paar grote demonstraties, eentje met een half miljoen mensen.
Nu zijn massale bijeenkomsten aan de orde van de dag. Festivallitis.
Het verschil met vroeger is dat die grote festivals van tegenwoordig feestelijk bedoeld zijn en zelden veranderingsgezind, op het 2Dh5-festival na dan, maar daar komen dan ook (helaas) geen duizenden mensen. Wie bedenkt al die op genot gerichte festivals toch, en waarom moet alles zo groot, waarom willen zoveel mensen naar hetzelfde evenement?

Neem afgelopen weekend, de NOS berichtte erover. Parkpop in Den Haag (190.000 bezoekers), een ander popfestival, Down the rabbit hole (10.000 bezoekers), de Parade in Rotterdam (30.600 belangstellenden) en Concert at Sea op de Brouwersdam in Zeeland (70.000 mensen). Tegelijk was er het festival Mundial in Tilburg (vroeger het Derde-wereldfestival), 24.000 bezoekers. Vierentwintigduizend is veel. Jaren geleden, toen er op dat festival nog een infomarkt was, zat ik daar vaak met een kraam. Het duurde uren voordat die duizenden voorbijgelopen en -gesjokt waren. Slechts weinigen daarvan hadden belangstelling voor het kritische materiaal dat op de tafel lag, maar op de tien- of twintigduizend waren dat er nog altijd wel een paar honderd. Ik vond het geen straf om daar te zitten, ook al hoorde je de hele dag muziek van twee of drie podia door elkaar, maar 's avonds was ik wel festivalmoe. In bed met mijn ogen dicht zag ik nog lange tijd die voortkuierende mensen.
Wat te vinden van deze festivalcultuur, van mensen die mierenhoopje spelen, die ervan houden zichzelf onder te dompelen in anonieme massaliteit - soms gemaskerd, verkleed, of met speciale uitdossingen, of in een afgesproken kleur? Grootschalig georganiseerd vermaak voor de massa, wat kan er tegen zijn? Voor mij hoeft het niet, maar dat kan een kwestie zijn van smaak, een ander vaart er wel bij. Revolutionair is het niet, maar thuisblijven is dat evenmin, ook al besteed ik mijn tijd nog zo goed met het lezen van artikelen en boeken die de wereldproblemen analyseren.
Misschien is dit zichzelf onderdompelen in feestvreugde een reactie op het calvinisme waarin alles wat naar genieten riekte taboe was, vooral op zondag. Het is mooi dat dat taboe doorbroken is, maar deze massafestivals dragen eerder bij tot een massale roes dan dat er gezamenlijk iets wordt opgebouwd, iets dat je leven verrijkt. Consumptie viert hoogtij. Brood en spelen.

Het lijstje van de NOS was niet compleet. Minstens twee festivals stonden niet genoemd: de afsluiting van het roze Midzomernacht Festival in Utrecht en dat waar ik zelf naar toe was: het Viva las Vegas Food-festival in Amsterdam. Hoeveel mensen er bij dat laatste waren zou ik niet weten, een paar honderd, een kleine duizend? Wat brood en spelen betreft, speels was het wel, maar gewoon brood was er niet te krijgen. Taart, bonbons, poffertjes en hartige broodjes wel.
Tweeë‘‘ndertig jaar geleden besloot ik dat ik zo wilde leven dat als het aan mij lag niet alleen mensen maar ook andere dieren in vrijheid zouden kunnen leven. Ik werd veganist, ook al was er toen nauwelijks een veganistenbeweging te bekennen. Een handjevol mensen vergaderde een paar keer per jaar bij iemand thuis op verschillende plekken in het land. Buiten die club wist nog bijna niemand wat het woord veganist betekende. Wat dat betreft is er veel veranderd. We hebben in anarchistische kring ons steentje bijgedragen. In bredere radicaallinkse kringen waren het vooral bepaalde punkgroepen die invloed hadden door hun woede over de uitbuiting en mishandeling van dieren uit te schreeuwen. Zo raakte het veganisme haar imago kwijt van een clubje wereldvreemde, overgevoelige mensen die zich blindstaarden op het leed van dieren in plaats van de 'juiste' politieke keuzes te maken.
Buiten de linkse scene is het vooral de voedselbeweging die invloed had en nog heeft op de grotere bekendheid van veganisme. Een aantal tendensen versterken elkaar: aan de ene kant terechte kritiek op de voedselverspilling, op de schandalen in de vleesindustrie, de milieuvoordelen van plantaardig eten, slow foodbeweging, kleinschaligheid, biologische landbouw, permaculture enzovoort, en aan de andere kant de groeiende aandacht voor lekker en gezond eten. Veganistische kookboeken zijn er in alle soorten en maten en staan in het hippe rijtje met raw food, en aandacht voor lekker en (soms) luxe koken. Soms kan ik het niet laten om te denken dat al die toewijding en dat enthousiasme een betere zaak waardig zijn. De strijd tegen veetransporten, tegen de bio-industrie, tegen proefdiergebruik en natuurlijk nog heel wat andere zaken. En dat genieten van lekker eten al met heel eenvoudige dingen kan.

Als ik die eerste jaren dat ik veganist was wat lekkers wilde eten zat er niets anders op dan zelf een taart bakken, of hopen dat iemand anders dat deed. Op het Viva las Vegas Foodfestival bleef mijn zak met thuis gesmeerde boterhammen onaangeroerd. Ook voor wie (zoals ik) honderd procent biologisch eet was er veel heerlijks te krijgen.
Een festival is een feest, en dat hoort het ook te zijn, en dat was het Viva las Vegas Food Festival zeker. Hoewel in sommige kramen heel wat boeken lagen over de enorme uitbuiting van dieren en de grote impact die vleeseten en zuivelgebruik hebben op het milieu, was de invalshoek van het festival het plezier van lekker eten. Apolitiek? Toen ik rondkeek en al die mensen zag genieten, niet van gangbare kost, maar van voedsel waarvoor bewust gekozen was, zowel door de bereiders als de consumenten, was ik om. Het is slim om mensen te lokken met (verantwoord) lekkers, en om er een feest van te maken. Je lokt mensen met dat waar een groot deel van hun leven om draait en waarvan het gemakkelijk is te genieten: voedsel, lekker voedsel. Je laat zien (en proeven) dat plantaardig voedsel lekker is en niet moeilijk te maken. Je zegt niet dat mensen moeten veranderen maar biedt alternatieven om gedragsverandering mogelijk te maken. Dit mengen met discussies, films en achtergrondinformatie over alle misstanden.
Brood en spelen in de goeie zin.

Het ene festival is het andere niet, maar de kraampjes met veganistische lekkernijen zouden niet misstaan op de grotere festivals. Eé‘n cateraar wil ik noemen, maar ze zijn lang niet de enige. Just like your mum (http://www.justlikeyourmom.com/en/catering) reist rond van popconcert naar festival met vega-worstenbroodjes die erin gaan als koek. Massa's mensen die feestend en etend de wereld veranderen, van festival naar festival, hier een foldertje meepikkend, daar een boek gekocht, thuis aan het denken gezet - als het daar op uitdraait dan van mij geen kwaad woord meer over festivallitis, dan mag de koorts hoog oplopen en over de wereld razen. Als ik maar niet (altijd) mee hoef.
[RW]

Rolihlahla

dinsdag, 21 januari 2014
Bij de dood van Nelson Rolihlahla Mandela (zie wikipedia voor de uitspraak van zijn eigenlijke naam) leek het alsof de vriendelijke opa van iedereen gestorven was. In de reacties vielen mij een paar dingen op. Eentje was de haast waarmee veel hoogwaardigheidsbekleders zeiden dat het z—o'n bijzondere man was, die zulke bijzondere dingen had gedaan. Daarmee toegevend dat ze zelf niet zo bijzonder zijn en eigenlijk ook impliciet zeggend dat ze helemaal niet van plan zijn om bijzondere dingen te doen.
Schijnheilig zou je de loftuitingen dus kunnen noemen, en de kampioen schijnheiligerd is dan Bashar al-Assad die in eigen land volop rottigheden uithaalt maar desniettemin over Mandela ongeveer dezelfde lof uitsprak als beschaafder presidenten.
Toch kan je dat weer van een andere kant bekijken. Blijkbaar heeft ook iemand als Assad door wat je bij dit soort gelegenheden moet zeggen (hij had zijn mond kunnen houden) en misschien heeft ie ergens ook wel door wat beter gedrag is en wat niet. Oftewel, er is een kans dat hij iets minder psychopatig is als je geneigd bent te denken. Meer in het algemeen zou je dus kunnen zeggen dat wat over Mandela gezegd werd, aangeeft dat er een onderstroom van verstandigheid in de mensenwereld aanwezig is.
De onlangs uitgekomen film over Mandela bekijkend - gebaseerd op zijn autobiografie Long road to freedom - viel mij ondermeer op dat de jonge Mandela heel bevlogen is, maar dat je dan in hem nog lang niet de vriendelijke en verstandige opa van later ziet. Rond zijn vrijlating valt op dat hij geen duimbreed toegaf en toch uit was op een soort gezamenlijkheid. De apartheidsregering wilde dat hij geweld afzwoor, dan werd hij vrijgelaten. Deed ie niet. Toen wilden ze iets met hem bekokstoven om te voorkomen dat iedereen gelijk stemrecht zou krijgen (en dus een minderheid van blankes met gebakken peren kon komen te zitten). Deed ie niet. Uiteindelijk werd het een onvoorwaardelijke vrijlating en vervolgens had ie nó‘g een eis: die president De Klerk moest er niet bijzijn, bij die vrijlating.
Om vervolgens met De Klerk samen de ontmanteling van de apartheidsstaat af te ronden. Daar zit iets bijzonders in, want bij veel vredesonderhandelingen lukt het de deelnemers niet om het vijandsdenken terzijde te schuiven. Toch is het heel erg normaal dat je bij dergelijke onderhandelingen met de vijand aan ˇˇé‘é‘n tafel zit.
Ook iets bijzonders zit daarin dat hij vooral keek naar dat wraak en burgeroorlog van iedereen verliezers maakt en dat je die richting niet op moet. Dus moet je samenwerken met de voormalige vijand. Dus zijn waarheidscommissies verstandig. Niet omdat dat 'goed' gedrag is, niet omdat je moet vergeven en vergeten, maar simpel omdat je verder moet. Het bijzondere is dat dat eigenlijk niet erg bijzonder is.
Maar als het wè‘l bijzonder is, dat echt niemand anders dan Mandela dit had kunnen doen? Eigenlijk zou dat onuitstaanbaar zijn. Dat de geschiedenis van een streek heel erg afhankelijk zou zijn van de poppetjes, van wie daar toevallig aan de juiste of de verkeerde touwtjes trekt. En wat zij allemaal zeggen om veel medestanders te krijgen, want in hun eentje lukt niemand iets.
Medestanders krijg je niet per se door anderen te paaien. Kort voor de eerste verkiezingen in Zuid Afrika was het een enorme bende, met ook allerlei geweld tussen zwarten onderling, vaak nog langs racistische grenzen, Zulu's tegen Xhosa enzo. En toen hield Mandela een toespraak op de tv, waarin hij zei dat de kwaadheid te begrijpen was, maar dat wat er gebeurde toch verkeerd was.
Zie je dat hier gebeuren dat een minister gewoon zegt dat die CO2-uitstoot verkeerd is? Gewoon mee stoppen? Auto laten staan? Niet vliegen mensen. Polen en Bulgaren gewoon verwelkomen. Op krimp aansturen. Nivelleren. En zo voort?
Dat zou bijzonder zijn. Voor hier.
Toch lijkt me dat het om gewone menselijke mogelijkheden gaat. In bovenstaande heb ik het weliswaar over hoogwaardigheidsbekleders, presidenten, ministers enzo, maar dat zijn ook doodgewone mensen met doodgewoon de mogelijkheid om bijzonder verstandig te zijn.
[WR]

Slaven noch meesters

Doet het er toe of de ene onderdrukker erger is dan de andere, de ene dictator vreselijker dan de andere? Ja, voor de meeste mensen wel. Alleen de zeer principië‘len houden vol dat het er niet toe doet of je door een wolf wordt gebeten of door een muis.
Dat je gebeten wordt, dat is de kwestie.
De principië‘len stemmen niet, althans de anarchisten onder de principië‘len, en ze hebben groot gelijk -principi‘ë‘len hebben nu eenmaal altijd gelijk, dat wil zeggen: binnen hun eigen aannames. Vaak ben ik ook principieel.
Het is eigenlijk niet meer dan logisch, consequent.

Dat dictators slecht zijn zal zo ongeveer iedereen onderschrijven. In 1548 schreef Etienne de la Boë‘tie al een steengoed pamflet daarover: La servitude volontaire. (De vrijwillige slavernij: http://www.athene.antenna.nl/MEDIATHEEK/BOETIE-1.html) Een betere analyse van de absurditeit van macht is niet mogelijk. 'Op dit moment,' schrijft hij aan het begin van zijn relaas, 'zou ik alleen willen begrijpen hoe het mogelijk is dat zoveel mensen, zoveel dorpen, zoveel steden, zoveel volken soms ˇˇé‘é‘n enkele tiran dulden, die niet meer macht heeft dan zij hem geven; die hen geen enkel kwaad kan berokkenen, tenzij zij er de voorkeur aan geven hem te verdragen in plaats van tegen hem in te gaan.'
Een tiran, een dictator, daar is zowat iedereen wel tegen, maar de kracht van wat La Boë‘tie schrijft zit 'm in de logica: die is toepasbaar op alle vormen van onderdrukking, alle gradaties.

Een paar dagen geleden was ik in het Allard Piersonmuseum en daar bleek een tentoonstelling te zijn over de Krim. Net nu. Dat dit niet zo gepland was mag duidelijk zijn, daarvoor zijn de politieke ontwikkelingen veel te snel gegaan. Bovendien ging de tentoonstelling niet over politiek, maar over vondsten, vooral in graven van rijke mensen uit oude tijden. Chinese lakkistjes van 2000 jaar geleden, een mooi dolfijntje van goud met glas, gouden sieraden gekregen van de Grieken, in ruil voor tarwe. Op een scherm werd het komen en gaan van volken geprojecteerd, over duizenden jaren, waarbij heel Europa in beeld was. Scythen, Vandalen, Goten, Hunnen... Je ziet ze komen en gaan. Al die volksverhuizingen, veldslagen, grenzen en weer nieuwe grenzen zie je voorbijtrekken.
Op youtube blijken een aantal filmpjes te staan met vergelijkbare beelden. (Bijvoorbeeld: http://www.youtube.com/watch?v=0khnOdyAsDY)
Kinderlijke vragen kwamen bij me op: waarom vochten al die mensen tegen elkaar? Waarom verdreven de enen de anderen? Ze waren toch in grote lijnen allemaal dezelfde wezens, met dezelfde wensen en verlangens? Er waren nog geen georganiseerde staten zoals we die nu kennen. Er waren geen grote kapitalistische bedrijven, geen banken - behalve in rudimentaire vorm. Er waren wel hertogen, koningen, machthebbers, bevelhebbers. Hoe kan het dan dat mensen niet vreedzaam samenleefden?
Omdat die machthebbers macht wilden.
En die kregen ze. Doordat anderen hun die macht gaven.

Zoals de meeste gebieden wisselde de Krim al vaak van eigenaar, of beter gezegd bezetter. Door wie laat je je liever onderdrukken, door de bende van Poetin, of door de nieuwe machthebbers van Oekraï‘ne? Waarom zou je kiezen tussen twee kwaden? Waarom geen zelfbestuur? Is een dictatuur van de meerderheid minder erg dan de dictatuur van een minderheid?
Voor principiél‘en zal het weinig uitmaken. Ook een democratie heeft dictatoriale trekjes: iedereen moet (vul maar in), dat hebben we met elkaar afgesproken.

Honderd procent principieel weigeren je als vrijwillige slaaf te gedragen is moeilijk, althans, zolang je dat als enige doet of met een klein groepje, zijn de consequenties (te) groot. De staat, de tiran, de machthebbers niet erkennen kan makkelijk in je hoofd, maar handel je er ook naar, dan beland je snel in het gevang, of in de goot. Ik heb het niet eens over protesteren, maar over je consequent niet als dienaar (van de koning, van de staat) gedragen. Weigeren belasting te betalen, dus ook geen btw over het brood betalen in een winkel, geen uitkering aanvragen, veel, heel veel boycotten.
Je niet laten onderdrukken gaat heel ver.
De principié‘len hebben gelijk, Etienne de la Boë‘tie heeft gelijk: geen slaven geen meesters. Maar de meeste mensen zijn pragmatisch, en dat is begrijpelijk. Mensen willen ook graag opbouwend zijn. Alleen maar niet gaan stemmen is onbevredigend.
Wat nodig is, is dat er behalve het negeren van de macht, van onderop gebouwd wordt aan eigen structuren. Niet alleen verzet (dat gebeurt al, door helaas nog kleine groepen), ook kunst, literatuur, muziek, alles wat mooi is en betekenisvol. Geen slaven, geen meesters, maar wat dan wel?
Een wereld waarin ontelbare vormen van samenwerking bestaan.
Regionaal, en internationaal, want landgrenzen kunnen ons gestolen worden.
Met hoe meer je bent hoe makkelijker het gaat. Met hoe meer principië‘len we zijn, hoe makkelijker het ook voor pragmatici zal zijn zich principieel te gedragen.
[RW]

Grenzen

14 mei 2014
Bij het gedoe in Ukraine/Oekraëne is het niet moeilijk om het oneens te zijn met beide kampen, want aan beide kanten lijken heel griezelige groepen/groepjes deel uit te maken van dat kamp. En de rest van de groep vindt er niets van, of vindt het wel, maar zegt het niet, want je ervan distanti‘ren, nee zeg, daarvoor is de zaak te heilig.
Meestal kan je bij dit soort toestanden ook nog zeggen 'tja mannen, jonge mannen', maar deze keer kon je foto's zien van meiden die molotovcocktails aan het maken waren - zucht. En wat doe je met die dingen? Die gooi je gewoon naar andere mensen, wat kan het je schelen. Echt iets om trots op te zijn als het jouw molotovcocktal was die een gebouw in de hens deed gaan met tientallen doden als gevolg.
'Andere mensen', dat is het punt. Want bij dit soort ongeregeldheden blijken mensen soms aan heel weinig genoeg te hebben om de anderen niet meer als andere mensen te zien. Ander geloof? Dan zijn ze dingen, sla d'r op. Andere moedertaal? Dingen zijn het, meppen maar.
Terwijl Oekraiens en Russisch minder van elkaar verschillen dan Haarlems en Gronings is zo'n verschil voldoende om elkaar de koppen in te slaan. Er ligt natuurlijk van alles onder. Meerderheden willen nog wel eens de neiging hebben om minderheden te koeieneren. Dus Oekraiens wordt verheven tot dé‘‘ taal ook voor regio's waar maar een tiende (Krim) of een kwart (Donetsk) van de mensen Oekraï‘ens als moedertaal heeft. Dus kan in de Krim of Donetsk de vlam in de pan slaan en dan verklaren ze zich autonoom en dan voeren ze omgekeerde regels in. Nu is Russisch dé‘ taal en de rest zoekt het maar uit.
Of er liggen economische dingen onder, hetgeen altijd betekent dat hebzucht de zaken vertroebelt. Het aardgas komt in Groningen uit de grond dus de baten moeten naar de Groningers, maar de Haarlemmers willen die baten ook dus mag Groningen zich niet afscheiden. Dat soort redeneringen. Er zijn trouwens echte Groningers die echt zeggen dat zij die baatn moetn hebbn.
Eerst zeiden de Walen dat de Vlamingen minkukels waren die economisch profiteerden van de Walen en nu zeggen de Vlamingen dat van de Walen. Het perpetuum mobile bestaat niet, maar bij dit soort kwesties zou je bijna denken van wel.
Als anarchiste heb ik niets met administratieve grenzen. Ik ben toevallig in de streek die Nederland wordt genoemd geboren en dus heb ik het Nederlands als moedertaal en daarin voel ik me het beste thuis. Maar alle dialecten binnen het Nederlands en alle talen buiten het Nederlands zijn heel erg interessant en taal is wat mij betreft bedacht om te communiceren en niet om anderen tot anderen te verklaren. Maar ook hiertelande geldt: je zoekt asiel en beheerst het Nederlands niet? Dan ben je het niet waard om hier volwaardig te bestaan. Zolang je een meeerderheid voor dergelijk wangedrag kunt vinden kun je je gang gaan en dit is dus echt niet alleen een standpunt van oost-Europese griezelgroepjes.
Soms vallen administratieve grenzen samen met taalgrenzen. Dat is handig, maar meer ook niet. Hoef je alle wetten en regeltjes, zinnig en onzinnig maar in é‘é‘n taal te drukken. Maar ook als de administratieve grens niet precies samen valt met een taalgrens druk je alles maar in é‘é‘n taal. En dan wordt op termijn de administratieve grens vanzelf een taalgrens. Je kunt dat dicht bij huis al zien. In Limburg loopt een dialectgrens waar ten noorden 'ik' wordt gezegd en ten zuiden 'ich'. Die grens loopt ook dwars door Duitsland. Ooit was dat een continue grens, maar nu zit er een sprong in. In Nederland zakt de grens zuidwaarts door de invloed van het officié‘‘le Nederlands en in Duitsland kruipt de grens omhoog door het officië‘le Duits. En waar deze dialectlijn (de Uerdinger Linie heet ie) niet meer op elkaar aansluit is de rijksgrens de taalgrens geworden.
In Oekraï‘ne was en is er de roep om een referendum te houden over autonomie. Ik zou zeggen: doen, zo'n referendum. Het is nog lang niet het opheffen van staten, maar het is alvast iets. Als je dit een enorm eind verder denkt wordt krijg je het volgende gedachtenexperiment. Stel nu eens dat alle mensen ineens verstandig zijn en de hebzucht afleggen. Wat gebeurt er dan als je iedereen vraagt met welke taal ze hun samenleven willen inrichten, ontstaat er dan een heel nieuwe lappendeken met gebieden waar een bepaalde taal in zwang is? Nieuwe landjes als het ware, Catalonië‘, Vlaanderen, Fryslâ‘n, Ladinië,‘ Bretagne, Baski‘ enzovoort?
Of zou het zo zijn: als de mensen toch al verstandig zijn geworden blijken ze allemaal kosmopoliet te zijn die communiceren om te communiceren en vertalen ze alles wat los en vast zit gewoon in elkaars talen?
[WR]

Een blinde vlek of erger

19 nov 2013
Eind jaren zeventig was ik bevriend met een jongen die zich grote zorgen maakte over de toekomst van Nederland, van Europa, de wereld. Hij vond dat alles erop wees dat er een ontwikkeling gaande was in de richting van het fascisme, net zoals dat in de jaren dertig was geweest. Hij vond dat we ons moesten verzetten, dat deden we ook. Maar hij vond dat we ons veel en veel heftiger moesten verzetten.
Vierendertig jaar later. Heeft die vriend van mij ongelijk gekregen? Zijn zeer sombere voorspellingen zijn niet uitgekomen. Valt het dan allemaal wel mee met de verrechtsing? Nee natuurlijk. Ten eerste is 'valt wel mee' in deze context geen toepasselijke uitdrukking. Zolang er nog onderdrukking is, racisme is of welke misstand dan ook, in welke mate dan ook, valt er helemaal niets mee. Want wie bepaalt er welke misstand erg genoeg is? Een beetje zwanger kan niet, een beetje dood niet, een beetje gediscrimineerd of vernederd niet.
Ten tweede. We zullen nooit weten hoe het in Nederland (en elders) gesteld was als er in die vierendertig jaar geen antiracisme- en antifascismebewegingen geweest waren. Juist door de bezorgdheid van die vriend en van veel andere mensen is een tegenbeweging op gang gekomen die de geschiedenis mee beï‘nvloed heeft.
Toch is de verrechtsing helaas niet tot staan gebracht, laat staan omgedraaid in linkse richting. Het lijkt vooral alsof het rechtse streven steeds weer een ander jasje heeft aangetrokken. Het flodderjasje van Janmaat, het modieuze pak van Fortuyn, de stropdas van Wilders - een puber die vierendertig jaar geleden nog veilig op de havo zat.

Wat helemaal niet meevalt is het racisme dat naar boven komt in de huidige zwartepietendiscussie. De discussie schijnt nota bene in de jaren zestig al begonnen te zijn, en in de jaren tachtig laaide die weer op. In kritische kringen werd in die jaren helemaal niet aan sinterklaas gedaan, het leek mij toen dat het feest binnen pakweg tien jaar zou verdwijnen. Er was immers zo veel op aan te merken: de nepzwartheid van piet, die de domme knecht moest uithangen, de nepheiligman die de baas speelde, de oneerlijkheid dat kinderen van rijke ouders meer cadeautjes kregen terwijl het andersom moest zijn, kinderen die voorgelogen werden, die smerig snoepgoed voor de kiezen kregen, de commercie die er wel bij voer.
De commercie, ja, die voer er wel bij, en die trok natuurlijk aan het langste eind, zoals dat gaat, en bleef trekken om er nog meer geld uit te slaan, en gek genoeg trapten de meeste mensen erin, en nu lijkt het feest weer helemaal terug te zijn en zijn mensen diep beledigd als je er ook maar iets van zegt, en helemaal als je oppert dat je er ook maar i’ets aan zou willen veranderen. Echt, het feest kan zo oubollig blijven als mensen willen, maar als je alleen al weet dat zwarte kinderen en jongeren op scholen en op straat elk jaar gepest worden en uitgescholden worden voor zwartepiet waardoor het voor hen geen feest is, dan verander je dat zwart toch op zijn minst in regenboogkleuren en schaf je dat domme knechtendom af. Volwassenen verschuilen zich achter hun kinderen, die zouden het verschrikkelijk vinden als zwartepiet niet langer een zwartgeverfd gezicht heeft, maar dat is natuurlijk onzin, het zijn juist volwassenen die het zo willen houden als het nu is. Is dat nu een blinde vlek of is het erger?

Ik weet niet meer goed wie er toen hoe mee bezig waren, in de jaren tachtig, maar we sloten ons aan, we bedachten korte teksten voor stickers, die we drukten of kopieerden - ik heb geen idee meer wat erop stond, de strekking zal dezelfde geweest zijn als die van 'zwarte piet is racisme', ik vermoed dat het iets op rijm was. Ik plakte die sticker op alle enveloppen die ik verstuurde (en dat waren er in die tijd nog veel). Ook naar familie, vooral als het ging om een gezin met kinderen. De weinige reacties die ik erop kreeg getuigden van verbazing, lichte verontwaardiging zelfs, mensen vonden het allemaal erg overdreven. Moest je nu ook al kritisch doen over zo'n leuk kinderfeest? In natuurvoedings- en andere alternatieve winkels waar we dachten dat de mensen die er werkten ons zouden begrijpen vroegen we (met een duidelijke uitleg) of ze de zwartepietenpoppetjes die in de etalages lagen weg wilden halen, maar dat had eenzelfde resultaat als de stickers. Geen resultaat dus. Stilte. Hooguit een glazige blik.
Ik herinner me uit die tijd niet dat mensen woedend werden, daarvoor waren het te kleine clubjes die ageerden. Bovendien was er nog geen internet.
Nu, na een aantal duidelijke acties en strijdbare stellingnames door mensen die hun nek uitstaken lijkt de boodschap tot meer mensen door te dringen. Het lukt de meesten niet meer om er de schouders over op te halen: men maakt zich druk. Fijn is het bepaald niet wat er allemaal boven komt drijven: het racisme en het ontkennen ervan, de haat tegen de activisten en tegen degenen die zich kritisch uitspreken.

De bezorgde vriend ging lang geleden weg uit Nederland en ik heb al lang geen contact meer met hem. Ik kan hem dus niet vragen of de situatie zoals die nu is hem nog mee of tegen valt. Zelf weet ik niet of er nu meer of minder racistisch gedacht wordt dan toen. Stiekem blijf ik optimistisch door te denken dat het een vooruitgang is dat de discussie nu tenminste gevoerd wordt (hoe schreeuwerig dan ook), dat de activisten in elk geval worden opgemerkt. Dat er geprobeerd wordt oplossingen te bedenken, ook al zijn die nog zo halfzacht, zoals het weglaten van oorringen. De reacties zijn misschien vooral zo heftig doordat de prozwartepieters diep in hun hart voelen dat ze fout zitten.
De winkeliers zullen de zwartepietjes uit de etalages ongetwijfeld met plezier vervangen door rode, witte of paarse zodra dat beter lijkt uit te pakken voor de inkomsten.
Maar natuurlijk, dan zijn we er nog lang niet.
[RW]

De U.I.

17 september 2013
Stel, je hebt idealen, linkse idealen, je ziet een fijne, mooie linkse wereld in het verschiet en alles wijst erop dat die in geen jaren, zelfs geen decennia werkelijkheid zal worden. Wat dan?
Sommige mensen worden rechts, heel vreemd, maar zulks is voorgekomen.
Anderen veranderen hun idealen, ze maken er iets haalbaarders van (de woordjes 'haalbaar' of 'pragmatisch' liggen bij hun voor in de mond) en hopen daarmee de periode tot het verwerkelijken van het ideeal drastisch te kunnen inkorten, aangezien het ideaal zelf ingekort is.
Weer anderen worden boos en gaan om zich heen slaan. Harde actie, we zullen ze leren. Dat de methode zelf niet meer fijn en mooi (en links?!) is, dat geeft niet.
Weer anderen nemen gewoon een baan en de idealen worden verbannen naar de salon.
En zo zijn er nog veel meer mogelijkheden om door te leven in een wereld die zich maar niet voegen wil naar je mooie idealen.

De aanleiding voor dit stukje is dat ik ergens tegenkwam dat je je aan zou kunnen sluiten bij bestaande acties. Goed idee. In de hoop dat die bestaande acties mensen opwekken tot meer actie, en op den duur tot overname van jouw idealen. Goede hoop.
Maar wat voor bestaande acties dan? Een van de voorbeelden waren de acties tegen de aantasting van de pensioenen.

Toen ik weer opgekrabbeld was, ik was namelijk van mijn stoel gevallen, bedacht ik de U.I. Dat is de Utopisme-index. Want die pensioenen, ik kan me echt geen enkele mooie maatschappij voorstellen waarin pensioenen een plaats hebben. Als er iets in de trant van geld is later, dan zal het samengaan met een wereldbasisinkomen of iets van dien aard, maar niet met pensioenen. Dus de U.I. van pensioneacties is erg laag. Het doet denken aan de sociaal-democratische vakbonden die de handen niet op elkaar konden krijgen voor het onteigenen van de rijken (als ze dat al ooit gewild hebben) en dus maar gingen pleiten voor een autootje voor iedereen. En kijk eens wat een prachtige CO2-gehaltes we nu hebben!
De U.I. van actief zijn voor een basisinkomen, voor een kernwapenvrij land is alvast een stukje hoger. Enzovoort enzoverder. Totdat uiteindelijk...
[WR]

Roze koninginnedag

13 juli 2013
In een van de drukste straten van Utrecht ligt sinds een aantal weken een regenboogzebra. Honderden mensen per dag lopen er overheen. Weet iedereen waar die regenboog voor staat, of denken sommigen dat het zomaar om de mooie kleuren te doen is?
De regenboogvlag is mooi en qua kleursymboliek voor van alles te gebruiken, en dat gebeurt dan ook. Greenpeace gebruikt de regenboog, de vredesbeweging gebruikt hem (dan staat er peace of pace op de vlag, of een duif van Picasso), en de homobeweging, tegenwoordig meestal LGBT-beweging genoemd.
Die regenboogzebra lag er niet toevallig vlak vó‘ó‘r de Roze Zaterdag, die dit jaar voor de derde keer in Utrecht gehouden werd.

Op 29 juni loop ik langs stands vol roze ballonnen en vrolijke mensen. Rond de infomarkt aan het Lucasbolwerk heerst een gemoedelijke sfeer, een lesbisch koor zingt liederen die eerder zoet dan strijdbaar klinken. Overal in de stad staan podia met voor-elk-wat-wils-muziek: van stampende disco tot zwoel gekweel. De Roze zaterdag lijkt tegenwoordig vooral bedoeld om eens lekker te feesten. 'De stad was bomvol', zegt de voorzitster na afloop tevreden. 'Het was een feestje zoals we gehoopt hadden, een soort Roze Koninginnedag.'

Maar niet iedereen had gehoopt op zo'n roze variant van koninginnedag. En hoewel de LGBT enzovoort-beweging natuurlijk zeer breed is en het COC vroeger ook al zeer gematigd was, was deze dag er eind jaren zeventig en begin tachtig toch vooral een van protest en strijdbaarheid.
Het roze was toen beslist niet poezelig. Er werd gedemonstreerd en het was best stoer om zo met je seksegenoten en seksmaatjes over straat te lopen. Gearmd en zoenend, dansend, zingend. Die eerste jaren was meedoen aan de Roze Zaterdag nog een vorm van actie.

De eerste Gay Pride Parade werd op 28 juni 1970 in New York gehouden, als herdenking van de Stonewallrellen een jaar eerder, nadat de politie de New Yorkse homobar Stonewall Inn binnenviel. Ook in andere landen werden zulke parades georganiseerd, maar in Nederland gebeurde dat pas op 25 juni 1977, door de Internationale Lesbische Alliantie. Directe aanleiding vormde toen de antihomo-campagne van de Amerikaanse zangeres Anita Bryant. De dag werd een jaarlijks evenement, vanaf 1979 onder de naam Roze Zaterdag.

Iedereen die af en toe een krant leest weet dat nog steeds in veel landen het openlijk voor een homoseksuele of andere niet-geijkt-hetero levenswijze uitkomen een riskante zaak is, en zelfs in Nederland, dat daarbij vergeleken een veilig oord is, zal nog veel moeten veranderen voor alle geweld tegen en discriminatie van LGBT's verdwenen zal zijn.
Radicaal links heeft dit thema altijd grotendeels laten liggen, maar sinds enige tijd is daar verandering in gekomen. Naast alle amusement was er deze keer een (letterlijk) serieus alternatief programma in politiek cultureel centrum het Acu.
De groep Queer Guerilla organiseerde daar samen met het Anarchistisch Kollektief Utrecht al eerder een discussiedag. Het begrip queer is zeer breed en overlapt LGBT voor een groot deel, maar queer is daarbij altijd radicaal en kritisch op elk gebied. In een aankondiging op Indymedia staat daarover: 'We verbinden het begrip queer met een kritiek op heersende seksuele structuren in de maatschappij. Hierbij kan het gaan om seksuele voorkeur, maar ook om de man/vrouw-hokjes waar velen zich niet in willen laten plaatsen.'
'Waar (buitenparlementair) links het min of meer heeft laten liggen, wordt de zogenaamde verdediging van homo- en vrouwenrechten (...) de laatste jaren vooral door rechts misbruikt in zijn aanhoudende discours tegen migranten en islam. Verder is er sprake van een steeds verdere commercialisering van de 'homo', die ontdekt is als overconsumerend feestbeest. Hoe kunnen we dit 'homonationalisme' bestrijden, de achterliggende rechtse en commercië‘‘le agenda bestrijden en queer als onderdeel van de linkse anarchistische strijd reclaimen?'

Het leuke en wervende van de homo- en lesbische beweging van de laatste decennia van de vorige eeuw was de combinatie van vrolijkheid en strijdbaarheid.
Hopelijk lukt het deze strijdbare queerbeweging uit te groeien tot een nog veel grotere beweging, die deze keer haar strijdbaarheid behoudt. Daarvoor lijkt het me wel belangrijk dat de roze vrolijkheid niet met het badwater verdwijnt.
De ballonnen mogen achterwege blijven - die zijn er enkel om door te prikken.
[RW]

Van ons

7 mei 2013
Laatst werd in de krant een jihadist geciteerd, ik weet niet meer of het een Nederlandse, Belgische of Duitse of qua afkomst nog een andere was, en die zei 'Spanje is eigenlijk van ons'. Dus dat moet weer onder jihadistisch gezag gebracht worden. Toevallig was ik net tevoren in Spanje op vakantie geweest, preciezer in Andalusi‘ë‘, nog preciezer: in drie van de Andalusische steden met beroemde moorse architectuur. In C—ó‘rdoba bezochten we de Mezquita, je kent het ding vast van plaatjes, een enorm gebouw met daarin een woud van zuilen met daarboven gemetselde bogen van rode baksteen en witte natuursteen. De streepjesmoskee.
Pardon? Moskee?
Er lagen foldertjes in allerlei talen en daar staat in grote letters: 'de katedraal van Có‘rdoba'. Want na de reconquista in 1236 was het geen moskee meer maar een kerk, wé‘é‘r een kerk legt het foldertje uit: 'Het is een historisch feit dat de Basilica werd vernield in de islamitische periode om er een moskee van te maken.' De islamitische periode noemen ze in het foldertje 'de islamitische interventie', een tussendoortje zeg maar, dat duurde van 711 tot 1236. En zo stonden er nog meer fraaie staaltjes van katholieke van-ons-redeneringen in het foldertje. Ik vroeg me af: ook in de Arabische versie ervan?
Reconquista betekent herverovering. In 711 was Spanje grotendeels onder de voet gelopen door islamitisch jihadistische legers en drie eeuwen later begon het christelijke/katholieke noorden aan de terugverovering, want: dat was allemaal van ons. In 1492 was het project klaar, toen werd Granada veroverd, na bijna acht eeuwen dus. Volgens katholieke logica heeft de jihadist waar ik mee begon dus een punt. Ook drie, vijf, zeven eeuwen later geldt 'van ons' nog! En daardoor kan het strijdbare deel van de mensheid ontzaglijk veel projecten gaan opzetten. Alle oude kerken in Nederland zijn van ons, de katholieken. Trouwens, 'Nederland', dat is van ons, de Spaanse koningen. En Spanje zelf is van ons, de islam. Hoewel dat volgens de mensen van de kathedraal van ons, de christenen is. Dat wil zeggen van de Visigoten die die Basilica hadden gebouwd die tot moskee werd omgetoverd. Maar de Visigoten zijn een van de volken die in de grote volksverhuizing op drift waren geraakt, dus dat was helemaal niet van hun, maar van ons, de Romeinen. Maar ai, die zaten er korter dan zeven eeuwen, het was eigenlijk van ons, de Iberië‘rs.
Etcetera.
Misschien is half Europa wel van de Basken. Want vó‘ó‘r de Germanen, de Romeinen, de Kelten woonden er al mensen en het is mogelijk dat toen overal een oude variant van het Baskisch gesproken werd. Ook hier waar ik woon, in het Germaanse deel van de stad Utrecht, é‘é‘n kilometer ten noorden van de grens van het Romeinse Rijk.

Nog een paar feitjes. Een deel van de Andalusische architectonische toppers dateert weliswaar van na de reconquista, maar is gemaakt door islamitische vaklui. Zij werden zeer gewaardeerd door de christelijke veroveraars, ze bouwden volgens puur islamitische traditie, met moors geometrische elementen en hier en daar wat christelijke symbolen tussen arabische teksten. Wat vindt de jihadist daarvan? Middenin de Mezquita is een kerk gebouwd. Met toestemming van de keizer, die echter na de bouw in 1523 tegen de architect zei: 'U hebt iets gebouwd dat u of anderen overal gebouwd hadden kunnen hebben, maar u hebt iets verwoest dat uniek was in de wereld.' En een historisch feit: toen in Cord—oba de moskee gebouwd ging worden heeft men eerst de grond met kerk erop gek—cht. Niet simpel gepikt zoals de reconquistadores deden.
[WR]

ASN en zo (niet?) verder

1 maart 2013
Al heel wat jaren geleden koos ik er bewust voor zoveel mogelijk geld van mijn betaalrekening bij de Postbank over te hevelen naar een spaarrekening bij de 'idealistische' ASN, en vanaf het moment dat het mogelijk was om ook een betaalrekening bij ASN te openen deed ik dat, zonder de minste aarzeling. Het gaf een beter, zo niet uitgesproken goed gevoel. Het liefst had ik een bank gehad die niet aan rente deed, maar het was al heel mooi dat ik voor de eventuele rente die ik zou ontvangen kon kiezen uit allerlei goede doelen: Milieudefensie, Vluchtelingenwerk, Mama Cash, microkrediet enzovoort.
Eens in de zoveel tijd ontving ik een krantje, en het viel me op, en viel me eigenlijk vies tegen, dat er toch nog altijd werd uitgegaan van spaarders en bankierders die, hoewel ze duurzaamheid en solidariteit belangrijk vonden, toch zelf zoveel mogelijk rente wilden ontvangen.

Vanaf het ontstaan van de Triodosbank zong in mijn kennissen- en vriendenkring de vraag rond waar je beter bij kon gaan: ASN of Triodos? Ze zaten meestal, net als ik eerst, bij de (ooit relatief gemoedelijke) Postbank, maar vooral nadat die ING werd wilden de meesten over naar een verantwoordere, gewetensvollere bank. De keuze leek niet eenvoudig. In hun eigen woorden klonken Triodos en ASN ongeveer even goed. Zelf had ik een voorkeur voor ASN, omdat ik die sterker associeerde met mondiale betrokkenheid, en omdat de Triodosbank voor mij het nadeel had uit de antroposofische hoek te komen, ook al 'merk' je daar (gelukkig) niet veel van.
Ja, maar die ASN, zeiden anderen, zit vast aan de SNS, en die is verre van idealistisch, gaat naar de beurs enzo, en hoe ze met elkaar verklonken zijn is maar vaag. Inderdaad, over hoe en wat over de verbintenis tussen ASN en SNS kwam ik op websites en in het ASN-blad Ideal weinig tegen, en wat ik tegen kwam was zo vaag geformuleerd dat er net zo goed niets had kunnen staan.

Ik heb ASN daarover wel eens aangeschreven, over die connexies met SNS, maar daar kwam dan ook weer zo'n nietszeggend antwoord op dat het meteen mijn andere oor of oog is uitgegaan. Pas onlangs bleek hoe de vork in de steel zat: een zeer groot deel van het geld van ASN werd via SNS geï‘nvesteerd in de gewone huizenmarkt, en ja, die verbintenis van ASN was hecht, zeer hecht. Maar het leek eerder dat SNS gebruik maakte van ASN dan andersom.

Zowel Triodos als ASN hebben me nooit een duidelijk antwoord kunnen of willen geven op vragen als: waarom is er geen mogelijkheid om via deze bank het hele rentegebeuren te omzeilen? Dus niet alleen rente weggeven aan goede doelen, maar zorgen dat er helemaal geen rente binnenkomt: die rente komt namelijk altijd ergens vandaan. Iemand anders wordt daar armer van. Hoe kan het dat een idealistische bank het heeft over een 'eerlijk verdiende' rente? Ja, eerlijk vergeleken met de andere banken. Triodos en ASN springen eruit, maar zegt dat niet meer over de algehele slechtheid van de banken?
Eenoog is weer eens koning. Maar ik wil geen koning!

Misschien dat ik daardoor, na al het SNS-gedoe en de bijbehorende teleurstelling in wat ik zonder al te hoge verwachtingen toch een beetje als 'mijn bank' was gaan zien, extra gemotiveerd was om naar een lezing te gaan over alternatieve geldsystemen. STRO verzorgde enkele dagen geleden zo'n lezing. STRO is de organisatie die is voortgekomen uit het vroegere Strohalm, in de jaren zeventig was het de enige milieuclub die de (kapitalistische) economie als oorzaak van milieuproblemen durfde te benoemen. De huidige organisatie STRO (Social Trade Organisation) is verder gegaan op dat idee, maar het accent is verschoven van protesteren naar het opbouwen van alternatieven, die zowel in theorie als in de praktijk worden uitgewerkt.

De lezing was bedoeld voor studenten, maar STRO nodigt voor lezingen altijd ook haar donateurs uit - meestal komen er dan maar vijf. Deze avond oversteeg het aantal mensen dat via STRO gekomen was het aantal studenten. Stoelen werden bijgeschoven, de vensterbanken zaten vol, anderen leunden tegen de muren. De sfeer was bijzonder goed. Het STRO-publiek bestond grotendeels uit mensen boven de veertig, maar ook de studenten waren met velen, en nadat de vragen- en discussieronde afgesloten werd bleven velen nog lange tijd met elkaar in gesprek.

Iemand vroeg: wie is hier omdat hij of zij daadwerkelijk aan de gang wil met een andere economie? Vele vingers (vooral van de STRO-donateurs) gingen omhoog.

Jaap Vink van STRO deelde biljetten uit. Twee stapels papiergeld werden doorgegeven. 'Pak maar, ja, je mag er een houden.'
Lokaal geld, waar je hier niets voor kunt kopen. Op mijn biljet staat: Kupon Merapi Mulia. 10,000.
Van lokaal geld is het de bedoeling dat het zo lang mogelijk rond blijft gaan in een bepaalde regio, zodat er dingen mee opgebouwd kunnen worden. Geld is raar: het is niks, zelfs goud niet: het betekent alleen wat voor wie dat wil. Dingen die met geld opgebouwd kunnen worden zouden ook zonder geld opgebouwd kunnen worden; menselijke spierkracht, denkkracht, behoeftes, wensen en vruchtbare grond zijn genoeg. Maar dan moeten mensen elkaar echt vertrouwen, en dat is voorlopig wat te veel gevraagd.
Ik hoop dat er ook in Nederland, in Europa een alternatief geldsysteem komt, of natuurlijk: meerdere systemen. STRO heeft in elk geval kennis en ervaring, tot nu toe vooral opgedaan in andere delen van de wereld, maar nu de economische crisis toeslaat zijn er ondanks alles kansen om ook hier alternatieven op te bouwen.
[RW]

17 juli 2013

AARDIG
Ach, hoe zeg ik dit nu aardig. Ik ben zelf heel gevoelig voor onaardigheid, zodra iemand ook maar een beetje onaardig doet vergaat voor mij een stukje van de wereld. Als ik zelf onaardig doe is dat nog veel meer het geval. En toch wil ik niet dat dat betekent dat ik niet meer kritisch ben, of dat anderen mij alleen maar prijzen en hun kritisch commentaar achterwege laten.
Er lijkt tegenwoordig een soort taboe op kritiek, zelfs op opbouwende kritiek. Vroeger waren het vooral speciale groepen en beweginkjes waar positief denken de norm was. Nu lijkt deze manier van met elkaar omgaan (vooral via mail-groepen en Facebook) breed aangeslagen te zijn. Een kritische opmerking tussen de enthousiaste kreten (oh, wat goed van je!, 'wat leueueuk!!!, je bent een kanjer) lijkt al snel misplaatst. Een mopperkont of een zeurpiet wil niemand zijn.
Het gevaar van kritische opmerkingen is dat ze groter worden gemaakt dan ze waren bedoeld. Dat is vooral bij afwezigheid van direct contact. Vandaar de toegevoegde glimlachjes ;-).
En natuurlijk zijn er ook andere kringen, heel internet barst ervan, waar niet het aardig-zijn maar het onaardig-zijn welig tiert. Misschien is het vooral de angst om in dergelijk vaarwater te komen (noem ze maar stijlloze reaguurders) die veel mensen (veel, maar helaas toch ook een minderheid) naar het andere uiterste doet uitwijken.
Ik heb niets tegen aardigheid, als nuchterheid en kritisch denken ook maar mee blijven doen. [RW]

Rijk en arm

25 december 2012
Charles Dickens schreef veel over armoede, ook zijn Christmas Carols van 1843 heeft het als thema. Zelf had hij er ervaring mee, als jochie van twaalf maakte hij tienurige werkdagen in een stinkend schoenmeerfabriekje. Zijn vader was namelijk in de gevangenis verzeild omdat hij zijn rekeningen niet kon betalen en de oudste kinderen moesten dus van school en aan het werk. Het plakken van etiketten op blikjes schoensmeer komt ook voor in DickensÕ David Copperfield van 1850.
De enorme uitbuiting in de negentiende eeuw, ook van kinderen, heeft ondermeer tot het concept van de klassenstrijd geleid, Marx en Engels gebruikten het begrip in het Communistisch Manifest van 1848. Er is sindsdien veel gebeurd en hoe staat het intussen met de ŌklassenÕ?

Destijds was het betrekkelijk simpel. Je had een enorm aantal uitgebuitenen en als die doorkregen dat ze door hun aantal een vuist konden maken dan konden ze iets voor elkaar krijgen. Kort door de bocht: ze moesten zich daar nog even bewust van worden. En ook kort door de bocht: dat is gelukt, de kinderarbeid is verdwenen (althans hier), die extreme armoede is weg (je moet wel de illegalen vergeten; en ook niet-extreme armoede is een aanfluiting voor de maatschappij waarin die optreedt) enzovoort.
Met de klassen is het nu niet meer erg simpel, ik denk dat je minstens drie verschillende klassenindelingen moet onderscheiden. Nummer ˇˇn is het oude systeem, rijk versus arm, dat wil tegenwoordig bij ons zeggen hoge inkomens versus lage inkomens, met van alles ertussenin. Het is nog steeds zo dat de lage inkomens buitengewoon weinig invloed hebben op veel beslissingen, maar of ze het bijbehorende klassenbewustzijn hebben? De geschiedenis overziend zou je kunnen beweren dat juist de bovenklasse altijd een goed klassenbewustzijn heeft gehad, ze hebben uitstekend voor hun zaakjes en hun bezit gezorgd. De onderklasse is met het toenemen van hun inkomens verkleinburgerlijkt en daarmee als klasse vaak best een goede compagnon van de hoge klasse. Gek genoeg.

Een tweede klassenindeling is internationaal. Rijke landen versus arme landen. Dat er binnen elk land weer een indeling te maken valt van de eerste klassenindeling van hierboven doet er niet zo veel toe. Er gaat netto geld van arme landen naar rijke landen en de inwoners van de rijke landen gedragen zich daar ook naar, ze gedragen zich vaak als heersers. Zie hoe er op de Griekse financi‘le problemen gereageerd wordt. Het is niet per se de hogere klasse van hier die van solidariteit met de Grieken niets weten wil. Dus wat nationaal als lagere klasse geldt, kan zich internationaal als hogere klasse gaan gedragen. Het is ŌonsÕ geld dat de Grieken over de balk smijten, waarbij men even vergeet dat ŌonsÕ geld vooral van elders komt, ——k een tijdje terug uit Griekenland. Internationaal weet de onderklasse geen vuist te maken. Bij internationale verdragen trekken ze veelal aan het korte eind. Het bewustzijn is er wel, maar de pendant van de staking is er eigenlijk niet.
Dan is er een derde klassesysteem, ook internationaal, niet economisch doch ecologisch. De klasse van de veelverstokers versus de klasse van de weinigverstokers. In die indeling hoort vrijwel iedereen in landen zoals Nederland bij de hogere klasse. Lekker heersen, geen privileges in willen leveren. Bij deze indeling is er helemaal weinig te zien van een wereldwijde ŌonderklasseÕ die een vuist weet te maken om de veelverstokers aan te pakken. Het Kyotoprotocol is nu vijftien jaar oud en vanaf het begin was duidelijk dat Nederland zich daar niet aan wilde gaan houden. Het land als land, dwz de regeerders, wilde dat niet. Maar ook de burgers willen dat niet of nauwelijks. Neemt het aantal autoÕs af? Het aantal autokilometers? Het aantal vliegreisjes? Neen. Apr¸s nous le dˇéluge. Bij de drie indelingen is duidelijk wat de heersende klasse wil: n—óg meer. Bij de economische klassen wil de onderklasse ook meer en wil men dat de heersers inbinden. Bij de ecologische klassenindeling wil de ŌonderklasseÕ juist niet mˇˇr. Ze zijn dan ook niet arm. Het armoedige redeneren zit geheel bij de veelverstokers.
[WR]

Extreem

woensdag, 24 oktober 2012
Vroeger, veertig, vijfenveertig jaar geleden zag ik nog wel eens het journaal. Geregeld waren er beelden van het ondertekenen van wapenstilstanden of regeerakkoorden of weet ik het, en vaak zei mijn moeder dan: Ōallemaal mannenÕ. Ik moest laatst aan haar denken bij de eerste fotoÕs van de informatie. Twee lijsttrekkers, twee secondanten, twee informateurs en nog wat ambtenaren. Allemaal mannen. Allemaal vrijwel hetzelfde pakkie aan waarmee je tussen de bankiers niet zult opvallen. Allemaal een hoofddoekje dat op zodanige wijze gevouwen is dat het om de nek gestropt kan worden. Allemaal jasjes met schoudervullingen zodat ze meer op een alfamannetje lijken dan in hun nakie het geval zou zijn.
Mijn moeder had mulo (voorganger van de mavo) als opleiding en daar zal weinig wiskunde in gezeten hebben. Maar ook zonder wiskundige scholing snap je dat een willekeurige trekking uit de populatie van politici niet uitsluitend stropdassen oplevert, althans dat dat extreem zeldzaam is.
En dat is het gekke. Deze politici zullen geen stevige maatregelen voorstellen, zullen het kapitalistisch geloof niet afzweren, zullen zich niet drastisch aan het Kyotoverdrag gaan houden, zullen geen geldstromen van rijk naar arm in gang zetten (noch nationaal, noch internationaal), zullen de ekologische voetafdruk niet willen halveren, zullen klagen als het consumentenvertrouwen daalt ook al helpen de consumenten vooral het klimaat naar de ratsmodee, ze zullen de groeimantra herhalen, ze zullen in elke alinea een knieval doen voor de financi‘le markten, ze zullen dus allerlei gangbare gematigde mainstreamdingen verkondigen, ze zullen zeker geen extreme standpunten innemen Š en toch zijn ze zelf een extreem zeldzaam steekproefje. Qua uiterlijk gelijkgeschakeld, geheel vrijwillig gekleed in de westerse elitaire variant van het maopakje.
De elitaire westerse mannelijke variant. Een interessante vraag is of het ze zelf opgevallen zal zijn dat er alleen mannen waren.
En de vervolgvraag is hoe dat zou komen. Ligt het aan de mannen dat ze via ouwejongenskrentenbrood of via een grotebekkencultuur ervoor zorgen dat allerlei clubjes vooral uit mannen bestaan? Of ligt het aan de vrouwen dat ze gewoon helemaal geen zin hebben in dat quasi-interessanterige van de politiek? Of ligt het aan de kwaliteiten die gevraagd worden? Namelijk de kwaliteit van dikke dossiers kunnen torsen, van het krentenbrood, van het met veel woorden weinig kunnen zeggen, de kwaliteit van het verkwanselen van beloftes aan de kiezers?

Hoe het zij, er is hier een clubje dat extreem langs de scheidslijnen der geslachten is ingedeeld. Is steekgeproefd. Het rare is dat je dat overal in de samenleving tegenkomt, die genderscheiding, bij belangrijke en onbelangrijke dingen, ook bij heel veel zaken waarvan je zou denken dat ze helemaal niets met hormonen of chromosomen te maken hebben. Harp spelen? Meer vrouwen dan mannen. Wielrennen? Meer mannen dan vrouwen. Breien? Vrouwen. Vlinders tellen? Meer vrouwen. Zeldzame vogels kijken? Mannen. Meubelmaken? Mannen. Rondleidingen geven in de natuur? Mannen. Linkse stukjes schrijven?
Hoe kan dat allemaal zo scheef liggen? Deels is dat helemaal niet erg, maar deels ook wel. Wat daar in Den Haag gebeurt lijkt nieuwe pijn in oude pakken.
[WR]

Acht maart

In 2012 gaf de NRC een opsomming van activiteiten die overal in het land op acht maart, internationale vrouwendag, werden georganiseerd Š de truttigheden vlogen je om de oren. In het buitenland hadden collegakranten het anders aangepakt, er was een krant die alle vrouwen vrijaf had gegeven, een andere krant had juist de hele krant door vrouwen laten maken. Ik ben vergeten welke kranten dat waren en heb ze ook niet in handen gehad en naast elkaar gelegd, zou het veel uitgemaakt hebben? Of alleen maar verschil qua aantal truttigheden?
Internationale vrouwendag heeft bepaald geen truttige geschiedenis, de datum 8 maart wijst namelijk naar een vrouwenstaking (8 maart 1908 in New York) en een vrouwenopstand (8 maart 1917 in Sint-Petersburg). Door de Communistische Internationale heeft de datum een officieel tintje gekregen, maar die Internationale is zelf intussen geschiedenis en vrouwen en feministen van allerlei slag hebben zich van het eventueel communistische karakter van de dag nooit iets aangetrokken. Ook de VVD- en CDA-vrouwen vieren 8 maart, ik bedoel maar.
Theekransjes zijn niet verboden maar met een radikale anarka-feministische bril op Š en waarom zou je een andere bril opzetten? Š is zoiets gefrutsel in de marge van de marge. De wereld is nog lang niet van patriarchale smetten vrij. In streken bijvoorbeeld waar de mannen menen dat ze vrouwen binnenshuis moeten houden (want de mannen op straat zijn zo gevaarlijk h¸), waar een deel van de meisjesbabyÕs gewoon wordt vermoord, waar meisjes geen of minder onderwijs krijgen, waar vrouwen voor hetzelfde werk minder betaald krijgen, enzovoort. Je zou trouwens kunnen beweren dat het bestaan van een Bond van Plattelandsvrouwen, o die heet tegenwoordig ŌVrouwen van nuÕ, dat het bestaan van zoÕn bond aangeeft dat hier ten plattelande het patriarchaat ook nog niet verdwenen is. Dat is het sowieso niet. Ik heb er wel eens aan gedacht om een krant van een bepaalde dag op 8 maart ergens op een openbare muur te plakken en dat dan op alle artikelen en advertenties plusjes of minnetjes gezet worden om aan te geven hoe testosteronbepaald of anderszins patriarchaal gekleurd ze zijn. Oorlog, dikke min, verkrachting idem. Beursberichten? Ook min. Gephotoshopte reclamefoto: min. Het glazen plafond? Uiteraard patriarchaal verzinsel. Geklaag over door het glazen plafond willen? Emancipatoir begrijpelijk, feministisch al een stuk minder en anarkafeministisch in het geheel niet, dus min. Ik kan zo gauw geen onderwerpen bedenken waar plusjes bij mogen! Ik zou zeggen: pak op 8 maart een krant en zet plusjes en minnetjes. Bij voorkeur met paars, al is dat niet belangrijk. [WR]

19 september 2012

ROYAAL
Bij Bol.com staan enkele Atalanta-uitgaven tweedehands te koop. 'Het beste voor de aarde' voor 14,99 euro (bij ons krijg je een nieuw exemplaar voor maar 5 euro), het Groene Voeten Spel kan je er aanschaffen voor 8,75 (bij ons nieuw voor 9,00) en het qua prijs en afmetingen identieke Kleine Voeten Spel is daar maar liefst 11,49! Nog een reden om bol.com te boikotten. Ga lekker naar een kwaliteitsboekhandel, zoals Savannah Bay en De Rooie Rat in Utrecht, en 't Fort van Sjakoo in Amsterdam, en ook bij Rosa in Groningen zijn Atalanta-uitgaven te koop.
[RW]

18 september 2012

LINKS LEVEN
Michel Onfray in Trouw (5 mei 2012): 'Ik geloof niet meer in het verbale links, ik verwacht alleen nog bewijzen van links. Anders gezegd, van wie zich links noemt, verwacht ik dat hij een links leven leidt, dat wil zeggen een bestaan waarin de waarden die hij de hele dag uitdraagt tot uitdrukking komen. (...) Ik denk dat Proudhon gelijk had toen hij erop wees dat de revolutie zich in het hier en nu, in de libertaire praktijk afspeelt.'

LEVEN VOOR DE DOOD
Bert Keizer in Trouw (5 mei 2012): '(...) een paard komt ter wereld met een aangeboren beroep, paard-zijn. Kan niet schelen waar hij geboren wordt, in Soest of in Djepnepropetovsk, hij zal zich tot paard moeten ontwikkelen, er is geen andere beroepskeuze mogelijk. En aan het eind van zijn leven ontslaapt hij als paard waarna niemand bij zijn graf zal weifelen over de mate waarin hij er in slaagde paard te zijn.' [RW]

6 september 2012

GENERATIES

Ik lees oude kranten, of beter gezegd, ik blader ze door, zo snel mogelijk. Mis je veel als je de hele stapel in een keer wegkiepert? Nee natuurlijk. Niemand zal iets aan je merken, zelf merk je het hooguit als anderen zeggen: die vliegramp toen', die verkiezingen daar en daar, die staatsgreep, die terroristische aanslag, aardbeving, tsunami, bosbrand waarbij veel, heel veel verloren ging. Jij weet van niets, maar je begrijpt - bijna - alles.
Toch jammer dat je dan net dit bericht gemist hebt: 'Krasse krakers brengen Berlijns bestuur in verlegenheid'. 'Duitse ouderen van nu gaan niet achter de geraniums zitten'. Nee, natuurlijk niet, denk ik trots (zoals elke trots is ook deze trots natuurlijk geheel misplaatst), hier komt de generatie mei 1968 aan, de protestgeneratie. Maak je borst maar nat!
Leuk, protesterende bejaarden. Het valt me op dat er steeds meer ouderen komen die geen 'oude' (trage, stijve, burgerlijke, conservatieve, licht angstige) indruk maken. Nu zet ik mezelf klem, want ik wil ook vasthouden aan het goede woordgebruik: er is namelijk niets tegen oud, alleen tegen bepaalde associaties die aan oudzijn kleven (zoals hierboven tussen haakjes).
Het kan ook komen doordat ik zelf ouder word, maar ik denk dat dat niet het enige is. Alleen al qua kleding is alles veel losser en vrijer geworden. De opmars van de vrije tijd, en van de vrijetijdskleding is daar debet aan. Maar ook natuurlijk provo en de hippies en al die anderen die weigerden zich aan te passen aan orde en fatsoen.
Nu de protestgeneratie de oma- en opaleeftijd heeft bereikt komt er ineens veel kritiek van jongere mensen op de vermeende inhaligheid van die generatie als het om pensioenen gaat of andere materi‘le zaken. Alles en iedereen wordt dan weer over een kam gescheerd, alsof dezelfde individuen die toen maatschappelijk de boel door elkaar schudden door ludieke acties, bezettingen en demonstraties de mensen zijn die nu in dikke auto's rondrijden, gouden handdrukken in ontvangst nemen of anders in elk geval geen cent van hun pensioen af willen ten koste van de jongere generaties.
Het lijkt of nu niet de armen en de rijken maar de generaties tegenover elkaar staan. En dat voormalige idealisten zich tot graaiers ontpopt hebben. O ja, soms is dat zo. Maar ik durf te wedden dat dat voor de meerderheid niet geldt. Zoals ik ook durf te wedden dat er nu heel veel jongeren zijn die net als de jongeren van toen denken dat alles heel anders en veel beter kan.
Net als toen moet je daarvoor niet alleen de grote kranten lezen, maar ook de kleinere krantjes en obscure blaadjes, en wat verder googlen dan je neus lang is op internet. Idee‘n van die kleine groepen (anarchisten, veganisten, echte feministen) bereiken zelden de grotere kranten, daar kun je dus best eens een stapel van weggooien.
Toch vraag ik me af hoe het met die Berlijnse bejaarden is verder gegaan.
[RW]

22 augustus 2012

Schimmel aan de binnenklep van de piano! Zo weinig speel ik blijkbaar, terwijl het mijn bedoeling is om elke dag aan muziek te doen. Muziek hoort bij het leven -- althans bij mijn leven. Ooit, toen ik me erg ongelukkig voelde in een franstalige omgeving dacht ik eniszins pathetisch: 'quand la vie n'est plus là, la musique reste'. Die muziek speelde zich grotendeels af in mijn hoofd, en wat in die tijd in mijn hoofd klonk was zowel Stravinsky's ruige Sacre du Printemps als het prachtig-weemoedige mandolineconcert van Vivaldi. Zelf muziek maken is natuurlijk nog veel heilzamer. Het improviseren, 'zomaar wat doen' (maar niet heus), heeft me altijd het meest aangesproken. Op piano, op blokfluit en later op basklarinet. Liefst houd ik me nergens aan, niet aan een vaste toonsoort, niet aan een vast ritme, en zeker niet aan een akkoordenschema. Ik heb dat laatste geprobeerd vanuit het idee dat een abstract of vrij schilderende schilderes ook goed moet kunnen schilderen in klassieke zin, anders hebben de mensen misschien wel gelijk, die zeggen: dat kan mijn kleine zusje ook.
Misschien ben en blijf ik dat kleine zusje.
In elk geval, die akkoorden stimuleren mij niet tot muziekmaken, alleen de vrijheid doet dat. Met dit soort muziek hebben Weia en ik (soms met anderen) heel wat optredens gehad, met name in de jaren tachtig, en natuurlijk vooral in kleine zaaltjes, op enkele grote vrouwenmuziekfestivals na. Ja, die had je toen, vrouwenmzuiekfestivals! Leuke tijd wat dat betreft. Ook leek de smaak van het publiek anders dan nu, avontuurlijker. We vallen nu een beetje tussen wal en schip: we passen geheel niet in de mainstream, zelfs binnen de marge zitten we nog in de marge, en terwijl we muzikaal gezien heel precies en veeleisend zijn, zijn we geen professionele musici (daarvoor steken we er veel te weinig tijd in). Tel daarbij op dat we niet graag reclame maken voor onszelf, dat vriendin W niet dol is op optreden - geen wonder dus dat er op dat gebied weinig gebeurt.
Maar morgen gaat de basklarinet eindelijk weer eens uit de (hopelijk niet schimmelige) koffer. Dan komt P. drummen, en gaan we uit ons dak.
Free jazz!
En dan roep ik hier meteen ook nog maar eens: Free Pussy Riot! Ook al gaat het bij die Russische punkmeiden volgens mij om wat anders dan muziek 'qui reste quand la vie n'est plus la'.
Leuke en interessante vrouwen zijn het in elk geval, en ze zijn dapper!
Troost, protest, opwekking tot dans, tot lachen en huilen, en 'pure' esthetiek. Muziek is veelzijdig. [RW]

6 juli 2012

Van 3 tot en met 6 juli vond in Utrecht een interessante conferentie paats: Minding Animals. Er waren dagelijks tientallen lezingen, workshops en discussies, en waren grotendeels veganistische lunches, en de eerste en de laatste avond was er een publiekslezing. De eerste avond sprak J.M. Coetzee (vreemde gewoonte van sommige schrijvers om alleen initialen te gebruiken). De enorme Domkerk was goed gevuld maar niet vol. Een man waar ik toevallig naast zat kwam, zo vertelde hij, niet voor het onderwerp 'meevoelen met dieren' of, algemener: 'hoe verhouden wij mensen ons met niet-menselijke dieren?' Hij kwam voor Coetzee, en had alles van hem gelezen. Ook Dierenleven maar dat vond hij een van zijn mindere boeken. Ik las tot nu toe slechts twee boeken van Coetzee, en ik vond Dierenleven eigenlijk nogal vreemd. Coetzee schrijft vanuit een manlijke hoofdpersoon, John, die zijn moeder te logeren krijgt. Die moeder is misschien de eigenlijke hoofdpersoon. Zij is zeer begaan met dieren, en geeft daar lezingen over. John is rationeel, de moeder emotioneel, in grote lijnen. Ze praten met elkaar, en praten dus vaak langs elkaar heen.
Ik was benieuwd naar de lezing van Coetzee, om nu eens te horen waar hij zelf staat. Maar nee: hij las na een paar inleidende zinnen een verhaal voor - over dezelfde twee personen. De moeder Elizabeth Costello woonde nu ergens ver van de grote stad, in de natuur, in volgens John zeer primitieve omstandigheden. Ze had zich ontfermd over tien, twaalf of meer zwerfkatten, en had ook een man opgevangen die door het dorp waar hij vandaan kwam uitgestoten was. Zowel de man als de katten roepen afkeer op bij John. Ook mist hij het comfort. Zijn moeder handelt vanuit haar hart, en is niet consequent, wat John dan weer niet begrijpt: ze geeft de katten wel vlees. Coetzee vertelde erg mooi, zijn engels was een genoegen om naar te luisteren, en in zijn verhaal zat genoeg om over na te denken. Maar nu weet ik nog steeds niet hoe hij nu zelf over deze kwesties denkt. Misschien weet hij het zelf ook niet.
Vrijdag 6 juli kwam Marc Bekoff spreken. Deze keer hadden ze de lezing verplaatst naar de aula van het Academiegebouw. Marc Bekoff heeft 22 boeken over dieren geschreven: over dierengedrag, over bewustzijn bij dieren. Hij doet dingen samen met Jane Goodall. Ze hebben een project: APE: Animals, People, Environment. Allemaal heel goed. Jammer dat hij vaak honden als voorbeeld neemt, en varkens, koeien. Daardoor blijft de kwestie van huisdieren onbetwist en lijkt het of er twee soorten dieren bestaan: wilde dieren en huisdieren, maar dat is natuurlijk niet zo. Ja, dat is nu wel zo, maar dat is in feite een schande, en mensen zouden er alles aan moeten doen om te zorgen dat alle dieren hun eigen leven kunnen gaan leiden. Daarbij zie ik overigens wel een overgangsfase, want de meeste huisdieren kunnen in het wild niet overleven. [RW]

3 januari 2012

Abstracte kunst is honderd (geplaatst in NRC-Handelsblad van 3 januari 2012)
Heel mooi dat Bianca Stigter in het Cultureel Supplement van donderdag 22 aandacht besteed aan de honderdste verjaardag van de abstracte kunst. Ze brengt even naar voren dat je een Mondriaan net als een Michelangelo zou moeten bekijken maar, hoewel het logisch bezien identiek is, ik zou dat toch om willen keren.
Hang eens een hele rij figuratieve naast elkaar, bijvoorbeeld Mauves met schaapskuddes op de hei, waarom vind je de ene mooier dan de andere? Het gaat niet om de uitdrukking van schaapheid of heidigheid, want dat doen ze allemaal overtuigend, het gaat dus juist niet om het plaatje maar om compositie, lijnvoering, toets, palet. De abstracte kunst heeft aangetoond dat de dingen die je met verf kunt doen (om het even tot de schilderkunst te beperken) voldoende zijn voor esthetisch genieten. Dat je dus naar Michelangelo kunt kijken alsof het een Mondriaan is: wat doet ie met de verf, zijn penselen en het vlak?
Een niet erg doordachte reactie op abstracte kunst was 'Wastellutvoor?' en het gekke is dat de kunstenaars na de abstractie voor een deel juist heel erg aan voorstelling zijn gaan doen, de performance, conceptuele kunst enzo. Was de kunst net bevrijd van de verhaaltjes... Dat de kern van die bevrijding niet erg doorgedrongen is kun je horen als je per ongeluk in een rondleiding terechtkomt in een zaal met moderne kunst. Verhaaltje dit, anecdote dat, maar gewoon kijken?
Na een eeuw abstractie zou het passend zijn om een museum voor verhaalloze kunst op te richten, het Museum Zonder Titel. Met uit alle depots van het land samengestelde wisseltentoonstellingen van het mooiste van het mooiste. In Venlo hangen op het moment een paar Wagenaars, maar er is zo veel dat onzichtbaar voor het publiek hangt te verstoffen. Voeg er zalen met nieuw werk aan toe, want er zijn en blijven miljarden manieren om abstract èn mooi werk te maken. Je zou dit beeldende kunst in nauwere zin kunnen noemen, kunst die de verf nodig heeft, kunst die het niet moet hebben van een toneelstukje of een megalomaan met Hemaverf uitgevoerd concept.
Weia Reinboud, Utrecht

1 december 2011

Determinisme is moeilijk
Een van de kwesties die spelen in de zo goedlopende breinboeken is die van het determinisme. In niet-deterministische modellen hebben begrippen als goden, geesten en de vrije wil een verklarende functie, in deterministische modellen niet. Deterministische modellen zijn daardoor uitdagender, ze verbieden heel veel soorten verklaring, er zit nergens een knop om even een oorzaak in de trant van 'Zeus heeft daar de hand in' van stal te halen.
Hoewel bij de oude Grieken al determinisme-achtige geluiden te horen waren, is de geschiedenis van het westerse denken doordesemd van niet-determinisme, hetgeen ervoor zorgt dat er volop verwarring heerst als het gaat over denken, nadenken, emoties, willen en noem maar op. Neem de titel van Victor Lamme's boek 'De vrije wil bestaat niet'. Een niet-determinist zal het een onzinnige uitspraak vinden en het hele verhaal terzijde schuiven, want het niet-determinisme was, kort door de bocht, van meet af aan bedoeld om de vrije wil te laten bestaan. Binnen een deterministische context is 'de vrije wil bestaat niet' een platitude, zinledig, want wat had je anders verwacht? Ook de titel van Dick Swaabs 'Wij zijn ons brein' is een platitude, ook dat is deterministisch gezien een erg open deur, bovendien heeft 'wij' niet eens een brein...
Gaat het over nadenken dan wordt het helemaal een conceptuele janboel. De breinboeken suggereren dat nadenken niets of niet veel uitmaakt, maar binnen een deterministisch breinmodel heeft nadenken doodgewoon een plaats. Van buitenaf bezien is het een zeer nuttig proces en is het niet voor niets uit de evolutie gerold als eigenschap voor grote breinen. Dat we niet precies weten hoe het werkt doet niets af aan het bestaan van de ervaring aan het nadenken te zijn. Ook allerlei andere ervaringen bestaan: iets willen, iets kiezen, iets nieuws bedenken, iets voelen. Dat zijn ervaringen van processen die een deterministische verklaring behoeven. Daar is nog lang niet genoeg over, ehh, nagedacht.
[WR]

11 november 2011

11-11-11
En net vandaag staat de tellerstand van het kopieerapparaat (ons derde exemplaar sinds 1989), nee niet op 111111, maar wel een ander mooi getal: 50.000!

9 november 2011

HART ONDER DE RIEM
Net als ik in zak en as zit over de roman die ik probeer te schrijven gaat de telefoon. Met mevrouw V. Of het boek 'Groot Verlanglijstje van de aarde' bij ons te bestellen is. Ze is er laaiend enthousiast over; dit is nu precies wat er nodig is in deze tijd. Ze heeft al geklaagd bij de bibliotheek, waar ze het boek geleend had: 'Waarom hebben jullie daarvan geen tien exemplaren?'
En bij Selexis heeft ze aangedrongen: 'Waarom verkopen jullie dit niet? Dit is wat er nu nodig is!'
Ik zei dat dat een prima actie van haar was, en dat ik haar snel een Groot Verlanglijstje zou opsturen. Daar was ze blij om, 'want,' vertelde ze, 'dat is een goede schrijfster hoor, die Rymke Wiersma, daar heb ik al meer boeken van gelezen'.
[RW]

19 september 2011

Filosofen houden zich bezig met het geheel, met alles. Ooit volgde ik filosofielessen in het Frans. Daar vroeg de docent wat het onderwerp van filosofen is. Elke wetenschapper heeft een specialisatie. Maar filosofen? Die houden zich bezig met 'le tout'. Breed en diep. Van een afstand en van binnenuit. En niet met meninkjes, slogans, maar goed onderbouwd. Kritisch, kritisch. Is dat waardoor filosofen nooit echt aanslaan bij een groot publiek?
[RW]

19 september 2011

Nog even over facebook, en dan houd ik er over op. Het verschijnsel krijgt al meer dan genoeg aandacht. Er komen steeds nieuwe mogelijkheden -- nu bijvoorbeeld kan je aangeven of een bericht voor familie is, voor goede vrienden, voor kennissen, of voor nog een andere groep. Je gaat je 'vriendengroep' dan dus weer opsplitsen. Terwijl ik het juist zo leuk vind/vond, dat op facebook al die kringetjes door elkaar lopen. Natuurlijk komen er veel berichten langs waarvan ik denk 'dat hoef ik echt allemaal niet te weten'. Maar toch, soms is het juist wel leuk, om van iemand die je alleen van ïn bepaalde kant kent ook een glimp of meer van andere kanten te leren kennen. 'Le tout', ook mensen, hoe ondoorgrondelijk ook, vormen een geheel. Nou ja, de echt ondoorgrondelijke zullen zich wel niet aanmelden voor facebook.
Dit zet ik lekker niet op facebook. Weet je wat ik ga doen: een Aardig maken. Een echte Aardig: ons jaarlijks uitkomende tijdschrift op papier. En deze blogs en de andere, die komen erin! [RW]

6 september 2011

Wie leest er nog weblogs? Tegenwoordig zit je op facebook of op twitter, of beide. Ik zit op facebook. Vooral voor Atalanta, dacht ik eerst. Maar ook voor mijzelf, persoonlijk, blijkt het wel een beetje nuttig en soms zelfs erg leuk te zijn. Elke dag tientallen nieuwe berichten, vakantie- en andere foto's die je ineens ook van je vaagste kennissen, of zelfs van onbekenden kunt bekijken. Gekke filmpjes, grappen, interessante artikelen. Van de 'vrienden' zelf, of doorgelinkt. Leerzaam is het ook. Mijn vrienden komen uit heel verschillende hoeken: anarchisten, muzikanten, ecowijkbewoners, dierenvrienden, feministen, filosofen, familie (van Weia), oude bekenden, 'gewone' vrienden... Dat geldt voor anderen waarschijnlijk ook. Via facebook zie je dus van veel mensen kanten (beter: je ziet er een glimp van) die je nog niet kende. De meeste mensen die ik ken zitten trouwens (nog?) niet op facebook. Facebook lijkt soms een beetje op een kroeg. Ik ben graag wat doelgerichter bezig, maar toch kan kroegbezoek soms leuke, grappige, interessante uitwisseling opleveren. Daarvoor hoef ik nu slechts achter de computer hoef te kruipen.
Wat minder soepel verloopt is het aantal 'fans' voor Atalanta. Dat zijn er nu slechts 41, en zo'n 8 daarvan blijken Italianen te zijn, die toevallig ook fan zijn van de voetbalclub Atalanta Bergamo... Vonden ze het grappig om ook van deze Atalanta fan te worden, of hebben ze zich eerst vergist en hebben ze dat maar zo gelaten? Hoe het ook zij, het is wat magertjes! Ik zal me er nog verder in verdiepen hoe het aantal fans te verhogen is.
[RW]