HONDERD-EN-EEN REDENEN TEGEN HET AUTOMOBILISME

 

Weia Reinboud – december 1991

  

Eind vorige eeuw hebben ze het goed in de gaten gehad. Waarom niet spreken over fietsisten, of wandelisten, of treinisten, en wel over automobilisten? Juist! Het betreft hier een isme, een wijze van denken.

Wat kan er zoal ingebracht worden tegen dit isme, deze sekte, deze gekte, of hoe je het geval noemen wilt? Er zijn zoveel manieren om het geval en de gevolgen ervan aan te pakken! De voorzichtige bijvoorbeeld gaat als volgt.

*Moet u horen. Er komt een heel nieuw soort auto op de markt. Het ding heeft een maximumsnelheid van 80 kilometer per uur zodat u op de vrachtwagenstrook van de snelwegen presies de juiste snelheid aanhouden kunt. De motor is zodanig ontworpen dat bij die gang van 80 in het uur het brandstofverbruik optimaal laag is, wat met zich mee brengt dat het ding maar langzaam, als een vrachtwagen bijna, kan optrekken. De carosserie is zo licht als maar kan, 200 kilo of zoiets, mede in verband met gering materiaalgebruik. Echt iets voor u, zo’n auto!

*Of zo: bij deze de oproep om, als je je nu eenmaal in een auto en op een snelweg wilt bevinden, om dan, zolang bovengenoemde heel nieuwe auto er nog niet is, konsekwent 80 te gaan rijden. Vrijwillig 2 keer minder vuil en lawaai maken dan bij 120 in het uur. De rechterrijstrook is er voor.

*Was dat nog de voorzichtige aanpak? Ondanks het rechtstreeks aanspreken? In de je- en jij-vorm zelfs! O, gewetens gaan zo gauw knagen en benen zo snel zeer doen. En dan gaan de mensen toch zo merkwaardig reageren. Misschien moeten we alleen maar voorlichting geven, dus gewoon uitleggen dat als je de tijd neemt die mensen in een auto zitten, en je telt daar de tijd bij op die ze aan de auto kwijt zijn terwijl hij stil staat (het schrobben van het heilige blik, de werktijd die nodig is om de autokosten bij elkaar te verdienen), en je berekent dan wat uiteindelijk de gemiddelde snelheid is van een auto, dat je dan op 15 à 20 kilometer per uur uitkomt.

*Zulke gegevens zijn toch genoeg aanleiding om de gedachten eens te richten op de andere vervoersmiddelen, die een gemiddelde snelheid hebben van genoemde orde van grootte. Dat de gedachten daar niet op gericht worden, daaruit volgt vanzelf dat een aanhangerster van het automobilisme onmogelijk een rekenwonder kan zijn. Alleen, als je zoiets hardop zegt, dan neemt het verontwaardigd reageren direkt een aanvang. Gesputter dat de auto geen iq-test is!

*O, nee? Er zijn massaas mensen die de auto pakken om er 10 of 20 kilo boodschappen mee te halen. Alsof dat niet op een fiets past. Alsof er geen rugzakken of fietstassen bestaan.

*En het kan nog onnozeler: niet zo heel weinig mensen gebruiken de auto om een brief te posten. Hoe scheef! Een dingetje van 10 gram vervoeren met een apparaat van 500, 1000 of zelfs 1500 kilo! En al die kilo’s moeten op gang gebracht worden.

*Dat gebeurt me nu altijd. Je wilt voorlichting geven, daar gebruik je enige logika bij, en voor je het weet gaat de logika met je op de loop. De vreemdste invallen – want wat heeft het gewicht van een brief nou met het gewicht van een auto te maken?! En dan al die uitroeptekens. Daar kunnen de mensen niet tegen! Onnozelen aller landen: rijdt auto!! Nee, zoiets zeg je niet. Laten we nog wat gewone voorlichting geven. Over hoe je de gezondheid van een denneboom beoordeelt – het is tegenwoordig niet van belang ontbloot, om dat te kunnen. Een echt gezonde den heeft naalden van 3 jaargangen. Dat zie je zo: van de top van een tak tot de eerste zijtak zitten de naalden van het huidige jaar, vanaf die zijtak tot de volgende zijtak zie je de naalden van vorig jaar, en daarna komen de naalden van het eervorige jaar. Al die naalden zouden aanwezig moeten zijn, maar een stevige bos naalden van het vorige jaar is vrijwel nooit meer aanwezig. Laat staan die van nog een jaar ouder. Dat maakt toch zeer treurig?

*Dat van die treurigheid had er niet aan toegevoegd moeten worden; dat wordt sentimenteel.en daar moet je nooit een beroep op doen, op sentimenten. Maar wacht, dat geldt natuurlijk alle kanten op. Dan is de voorzichtige aanpak van het automobilisme ook niet nodig. De harde aanpak dan maar? Dan kan je denken aan wat volgens velen de normale manier van met ongedierte omgaan is: bestrijdings-chemikaliën er tegenaan. In het geval van het autoprobleem betekent dat dat de raampjes niet open kunnen, en dat de uitlaat binnen uitmondt. De vervuiler inhaleert. Bovendien worden de chemikaliën, hoe efficiënt, ter plekke gefabriceerd.

*Een mildere vorm, voor als het voorgaande te hard gevonden wordt, is om alle wegen te overdekken. Luchtdicht. De lucht daarbinnen wordt steeds gefilterd, maar, aangezien het niet mogelijk is alle dampjes er echt uit te halen…

*Een nog mildere vorm is de huidige situatie. Onderzoek heeft aangetoond dat automobilisten veel giftige stoffen binnen krijgen. Maar of dat genoeg is? Soms ligt het voor de hand om te denken dat het jammer is dat ongezonde gebruiken niet stukken ongezonder zijn.

*Dit doet me bedenken dat autokeuringen stukken scherper zouden kunnen zijn. Niet alleen veel hogere milieueisen, maar daarnaast ook de eis dat auto’s gewoon minder veilig zijn. Dat ze helemaal uit elkaar vallen zodra ze in lichte aanraking komen met een boom of een fiets. Auto’s zijn veel te gepantserd vergeleken met bomen en lopende en fietsende mensen. Alles en iedereen pantseren lijkt me geen oplossing, dus moet de auto ontpantseren. Klaar als een klontje.

*Zouden er techniese oplossingen voor de problemen van het autogebruik zijn die de automobilisten aanspreken? Die zijn tuk op techniek, die denken immers allemaal: ‘Ze vinden d’r wel wat op.’ En zolang ze die hoop hebben is er hun auto.

*Iedereen oordopjes op en gasmaskers – zou dat zo’n techniese oplossing zijn die de automobileurs voor ogen staat?

*’Ja maar die katalysator dan, die is er toch ook gekomen, dat scheelt toch allicht weer een stuk?’ Maar vergeet niet dat die katalysator pas gaat werken wanneer de motor warm geworden is, en bedenk daarbij dat de koude start het vervuilendste stukje is van een autorit!

*Dan nu de katalysatorvariant van de vermilderde harde metode van een aantal punten terug. Die is, dat de raampjes van een auto uitsluitend geopend kunnen worden als de katalysator goed aan het werk is. Tot dat moment worden de uitlaatgassen binnen geloosd.

*Men denkt een hele uitvinding te doen door een soort radartje voor auto’s te ontwikkelen. Dan kunnen ze dichter op elkaar rijden zonder gevaar van botsing, want het radartje grijpt snel in als er iets mis dreigt te gaan. Nou dacht ik, maar ik kan het fout hebben, dat in trein en bus de mensen nog veel dichter achter elkaar aan rijden. En ze hebben hun handen vrij, ze kunnen lezen, hoeven helemaal niet alert te zijn. Sluw hè?

*Nog wat voorlichting? Sommige vervuiling wordt door de katalysator 4 maal minder, maar de CO2-uitstoot vermindert geen sikkepitje. Die wordt zelfs iets hoger, en de bijdrage aan het broeikaseffekt daarmee ook. De bijdrage van het wegverkeer aan het broeikaseffekt bedraagt trouwens 61 prosent – een verkeerde weg. En de bijdrage van de auto aan de uitstoot van koolwaterstoffen is 43 procent; aan de stikstofoxyden: 51 procent – ook niet mis allemaal. Slechts zwaveldioxyde valt mee, slechts 3 procent, maar dan nog geldt: met de fiets is het niets.

*Fiets, door dat ene woordje kom ik op wat er allemaal met de auto aan de hand is buiten genoemde vuile gassen, het materiaalverbuik bijvoorbeeld. Een fiets weegt tussen de 10 en 20 kilo en gaat bovendien langer mee dan een auto. Dat scheelt alles bij elkaar minstens een faktor honderd in het benodigde ijzer en ander materiaal.

*En wat betekent deze zin: ‘De kloof tussen de rijke eerste wereld en de arme derde wereld dient te verdwijnen’, wanneer die geuit wordt door een aanhangerster van het automobilisme? Dat er naar gestreefd wordt dat er binnenkort 3 miljard auto’s op de aardbol rond zullen gaan rijden. Vijf maal zoveel staal en vijf maal zoveel plestiks als nu – tegen zoveel ekstra vervuiling weegt het feit dat auto’s een tikje minder vuil worden onmogelijk op.

*Vergeet daarbij ook niet hoeveel energie er gebruikt is om een auto alleen maar even van de fabriek in de winkel te krijgen. Daar is dertig tot honderd keer zoveel energie voor nodig als voor het fabriceren van een fiets.

*Of nog een ander punt, het geluid. Kom je ook wel eens op een lenteochtend heel vroeg in het bos om de ochtendzang van de vogels mee te maken? Dan, op zo’n moment dat er nauwelijks mensen onderweg zijn, merk je pas goed hoe ver het geluid van één enkele auto reikt: minstens een kilometer. Daaruit moet volgen dat iedere aanhangerster van het automobilisme een schreeuwlelijk genoemd kan worden.

*Wat vind je hiervan: in de buurt van wegen moeten vogels harder zingen en/of ze nemen met een kleiner gebied genoegen. In een kleiner gebied moet er harder naar voer gezocht worden, wat weer tot gevolg heeft dat de beesten en/of hun jongen verzwakken. Dat heeft uiteindelijk tot gevolg dat er minder vogels (of minder soorten vogels) zullen zijn.

*Aan de vliegen- en vlinderlijkjes op de voorkanten van auto’s kan je zien dat een auto zich beweegt met een snelheid die niet bij de natuur past. Hetzelfde zie je aan de enorme hoeveelheid dooie egels, dassen en andere dieren langs de wegen - per jaar zijn het in dit land een miljoen vogels en zoogdieren. (Strikt genomen geldt tegen de trein en andere vormen van openbaar vervoer hetzelfde bezwaar, maar een groot verschil is dat de personenauto een heel groot botsoppervlak per reizigerster heeft.)

*Mensen horen ook bij de aanrijdbare dieren. In zo’n afschuwelijke burgeroorlog als er op het moment op de Balkan woedt (die hopelijk snel voorbij is; maar dan is er elders wel weer…), in die oorlog worden niet eens veel meer mensen gedood dan er normaal gesproken in het verkeer van een rijke streek met evenveel inwoners het hoekje om worden geholpen. Wrang.

*Ook ietwat wrang is dat het in de randstad niet meer mogelijk is om snachts de melkweg te zien. Dat vind ik verarming. De lichtvervuiling wordt ondermeer veroorzaakt door een apparaat dat als teken van rijkdom gezien wordt.

*In dit verband moet ook genoemd worden hoe verblindend autolichten kunnen zijn. Wanneer er spatjes op je bril zitten en je fietst bijvoorbeeld op een onverlichte weg, dan zie je gelijk niets meer zodra een tegenliggende auto opdoemt. Of als je lekker in het bos wandelt en de schemering valt, je kunt het pad nog goed genoeg zien en je spant je ogen in om een uil te ontwaren, en dan blijkt je pad ook een weg naar weet ik veel waar te zijn. In ieder geval hoor en zie je een auto komen, je bent direkt verblind, en als het loeder voorbij is moeten je ogen weer helemaal aan het duister wennen – geen uil meer te zien natuurlijk.

*Over zien gesproken: ze staan daar maar te parkeren zonder zich om de ogen van de voorbijgangers te bekommeren. Auto’s zijn in de natuur niet op hun plaats maar ook in de stad niet. Kijk om je heen, overal, overal, overal staan ze; met hun schreeuwende kleuren.

*De auto’s zelf zijn niet het enige. Want die ook al zo in het oog springende verkeersborden waar de stad vol mee staat, die waren toch overbodig als de auto niet zou bestaan? En vergeet de parkeerpaaltjes niet, en andere parkeervoorzieningen, tot en met de parkeergarages aan toe. Wat ontzaglijk lelijk allemaal, en wat een boel materiaal.

*En dan nog de stoplichten – energieverspilling van de eerste orde. Alleen maar nodig omdat er automobilisten bestaan., want voor fietsersters en voetgangersters zouden ze er niet hoeven zijn.

*Ik weet trouwens nog een goeie oplossing voor het autoprobleem: schakel de stoplichten definitief uit en binnen tien minuten is heel nederland een grote muurvast zittende file. Als ze dan de motor maar uitzetten, want dat vergeten ze zo gemakkelijk.

*Ooit was het trottoir bedacht voor de voetgangers, maar tegenwoordig wordt een flink deel van de trottoirs door de reeds genoemde malle parkeerpaaltjes ingenomen. Dat is maar goed ook, want stonden die paaltjes er niet dan stonden er ongetwijfeld auto’s. De paaltjes zijn noodzakelijk om de gevolgen van denkluiheid en egoïsme der autoïsten wat in te perken.

*Tussen haakjes: wat het bedenken van egoïsties gedrag betreft, daar zijn autoïsten over het algemeen zeer bedreven in, en in het geheel niet lui.

*Dan de verharding, alle asfalt waar de natuur voor moet wijken. Een fors deel daarvan is alleen maar nodig omdat autogebruik zoveel Lebensraum, pardon levensruimte per individu kost.

*Bij nieuwbouwwijken dient er per huis 1,1 parkeerplaats te zijn, om er dat ding dat misschien een uurtje per dag gebruikt wordt te laten wonen. De rest van de tijd staan de vele kilo’s staal en plestik te niksen. Wat overigens altijd beter is dan rijden.

*Zonder verharding van de wegen was een fikse regenbui geen probleem, want het water zou gewoon door de bodem worden opgezogen. Nu is in steden voor het opvangen van dat water een royaal bemeten riool nodig, waarin het regenwater netjes verdwijnt. Zo werkt ook de auto mee om het klimaat van de stad in de richting van een woestijnklimaat te schuiven. Heel aantrekkelijk, dat spreekt.

*Asfalt is nog lekker bodemverontreinigend ook. Ik stel daarom voor dat autowegen weer van kasseien en kinderkopjes gemaakt worden.

*En ik stel bovendien voor dat vering en schokdemping van veel goedkopere kwaliteit worden.

*Geparkeerde auto’s die lekken bijna nooit niet. Ook al staan ze en zijn ze stil, ze blijven hun bijdrage leveren aan de bodemverontreiniging.

*De verkeerdsdrempels dienen ook nog genoemd te worden. Sinds ik een snelle fiets heb merk ik pas goed hoe storend die gevallen zijn. Wat is hèt kenmerk van een tijdsgewricht waarin slechts middels grove verstoringen mensen tot een sociaal verantwoorde snelheid te brengen zijn? Gebrekkige scholing?

*Komt er een eind aan de opsomming van bijwerkingen van vriend auto? Nou, de syntetiese zeep mag niet vergeten worden, die met al die wasbeurten van al die heilige vervoersmiddelen de grond in siepelt. En het zout van het strooien in de winter.

*Kortzichtigheid dus, is wel één van de belangrijkste kenmerken van de gemiddelde mens. Men denkt wel aan het kortstondige, maar niet aan wat daaraan vooraf is gegaan en ook niet aan wat er later op volgt. Autokerkhoven zijn daarvan een voorbeeld.

*Er is overigens nu een autofabriek die een eigen sloopfabriek gaat bouwen, maar ze hebben er niet aan gedacht dat de meest logiese plaats daarvoor het eind van de lopende band in de fabriek zelf is. Slechts als ze dat doen zal ik ze loven voor hun initiatief.

*Zo, dat was dan de opsomming van al het foeilelijke van de auto’s en alles daaromheen. Gek eigenlijk dat dat allemaal niet, en het openlijk vertonen van geslachtsdelen wèl aanstootgevend wordt gevonden.

*Tussen alle opmerkingen over Het Ding door zijn enige woorden vuil gemaakt aan de gebruikers ervan, en hoe zij denken. Het is nu eenmaal onmogelijk om het over de attributen van een sekte te hebben zonder te denken aan de sektariërs zelve. Daarom worden zij, en hun gewoontes, en hun geloof, nu het onderwerp.

*Met de auto naar een stuk natuur toe gaan, is dat niet lichtelijk onlogies? Eerst iets aan de zure regen bijdragen, en dan gaan genieten van hoe fraai het bos is. En vervolgens treuren over hoe beroerd de eiken en de dennen er bij staan?

*Nog een kronkel is het met de dikkebuikenkoestermasjien naar een hardloopplaats toe rijden om het buikje en andere bijverschijnselen van het zittende leven weg te werken.

*En deze: met de auto op stap gaan om oude gebouwen te bekijken. Dus eerst even zorgen dat die gebouwen wat harder slijten en dan ‘ohh’ en ‘prachtig’ uitroepen. Wonderlijk.

*Zelfs als je niet kunt besluiten de auto van de hand te doen, doe dan in elk geval de drie hiervoor genoemde dingen lopend of op de fiets.

*En een vierde ding om niet met de auto te doen, als je daar aan doet tenminste, is het ter kerke gaan. Want eerst de aarde naar de knoppen helpen en dan bezorgd gaan zitten bidden slaat niet echt ergens op. God schiep de aarde en de gelovigen vernielden die zodra ze de techniese middelen daartoe hadden.

*Dat laatste had ik er natuurlijk niet bij moeten halen, dus over naar iets eenvoudigers. Veel mensen die een auto nemen redeneren achterstevoren. Eérst zijn ze er vanuit gegaan dat ze een auto konden nemen; vervolgens hebben ze de aktiviteiten op een rijtje gezet waar dat ding voor te gebruiken is; en dan komen ze met díe aktiviteiten op de proppen om hun autogebruik goed te praten. Terwijl mensen die niet van autogebruik uitgaan met andere aktiviteitenlijstjes aan komen – aktiviteiten waar je echt niet ongelukkig van wordt.

*Aanhangersters van het automobilisme hebben meestal het idee dat verplaatsingen geen tijd mogen kosten, dus altijd hebben ze haast, en altijd zijn ze aan het jakkeren. Daar kan ik overigens wel inkomen want niets is duffer dan het opgevouwen in zo’n ding gezeten zijn.

*Wanneer de auto dreigt aangepakt te worden, is steevast het bezwaar dat dan de persoonlijke vrijheid van de autoïsten wordt beknot, dat de mobiliteit bedreigd wordt. Alsof je lopend en fietsend niet vrij en niet mobiel zou zijn! Het in het vorige punt genoemde haastige is dan ook waar het om draait – mobiliteit en vrijheid staan buiten de diskussie.

*Als je kijkt naar hoeveel tijd mensen besteden aan het naar hun werk gaan, dan zie je dat de mobiliteit eigenlijk niet toegenomen is. Met de fiets vond men een uur al veel worden, met de auto ook. Alleen kan je in een uur met de auto natuurlijk wat verder komen dan met een fiets – in kilometers is de mobiliteit wel degelijk toegenomen. Het werk, en de natuur, dichterbij brengen zal kunnen veroorzaken dat er weer meer gefietst gaat worden.

*Gemiddeld legt de nederlander (ouder dan 12 jaar) per dag 16.5 kilometer af als bestuurder van een auto, 8.5 kilometer als passagier van een auto, 4.1 kilometer met het openbaar vervoer, 2.9 kilometer per fiets en 2.3 kilometer op andere manieren. Beetje wanverhouding misschien? Daar zet ik dan mijn autokilometers tegenover: 0.04 kilometer per dag – Uitsluitend in taxi-achtige omstandigheden.

*Het uit je kop zetten van dat idiote automobiliteitsdenken is hard nodig. No-nonsense: er is op de wereld gewoon geen plaats voor miljarden wezens die een verlengstuk van een auto zijn. (Ook voor veel openbaar vervoer ter vervanging van de auto is er niet echt plek.) Ofwel de mobiliteit moet terug, ofwel het aantal mensen.

*Aan het verminderen van het aantal mensen dragen de auto’s wel iets bij – nee, wrang weer. Ik was aan het pogen nuchter te schrijven over gedragingen en gedachtes van automobilisten, maar of het lukken kan om de ergernis erbuiten te houden als je ziet dat het aantal automobilisten dat bij nat wegdek niet oplet of voetgangersters natgespat kunnen worden, dat dat een opmerkelijk hoog percentage is? Zulke automobilisten zijn zeker van die mensen die echt helemaal nooit lopen, rolstoelen of fietsen?

*Wie vindt het ook zo hinderlijk, dat mensen in een 3 kilometer per uur gaande auto, op zoek naar een parkeerplaats ofzo, nog steeds denken dat ze voorrang hebben?

*Heel kleine autootjes zie je niet meer; het gemiddelde aantal paardekrachten is in de loop van de jaren fors omhoog gegaan. Daar kan maar 1 ding achter zitten, namelijk het belangrijk vinden van status. Eerst hadden alleen de rijken een auto; toen vervolgens ook de ‘gewone mensen’ zich ingeblikt op de weg begaven kochten de rijken grotere auto’s, waarna ook de ‘gewone mensen’ meenden… De aarde en de atmosfeer zullen het dus moeten hebben van de niet-rijke & niet-gewone mensen.

*Machogedrag, toch al niet moeilijk, is vanuit de auto helemaal een koud kunstje. Vanuit de veilige blikken omhulling klierige opmerkingen maken naar lopende of fietsende voorbijgangers – en dan snel doorrijden. Dapper, erg dapper.

*Wat ook bij het machismo hoort is de ik-druk-door-rijstijl, die mij geen erg doeltreffende manier lijkt om van een minderwaardigheidskompleks af te komen.

*Er is iets wat ik helemaal niet begrijp. In ontzaglijk veel advertenties ter aansmering van een auto zie je dat ding van onderaf gefotografeerd – zoals een aangeredene het kreng te zien krijgt! Wat is daar wervend aan? Of is het om uit te drukken dat het gaat om een geval dat Toch Echt Iets Is Om Van Ondersteboven Te Geraken?

*Ik denk dat rokersters gemiddeld vaker een auto hebben dan niet- rokersters. In ieder geval zie je dikwijls zo’n stinkend koekblik met zo’n stinkende mens erin. Twee soorten destruktief gedrag tegelijk, dat is, dat moet gezegd, efficiënt.

*Over naar inefficiëntie. Hoeveel vertegenwoordigers zitten er eigenlijk langs de weg? Allerlei mensen die vrijwel dezelfde dingen verkopen, maar dan met een ander naamplaatje erop. Nooit op het idee gekomen om samen te werken met de concurrent, om zo het vertegenwoordigerschap geheel af te kunnen schaffen?

*Even tussendoor over het weer, wat niet altijd even aangenaam is – het regent hier overigens maar 8 procent van de tijd. Daardoor zie je niet veel rondgerij in auto’s met een open dak, zie je dus gelukkig weinig van de inzittenden. Met hun autorit-air.

*Aanhangersters van het automobilisme voelen zich rijk. Zie eens wat een glimmend groot ding (of is het een fopspeen?) ze bezitten. Gevolg: grote armoede, want schone lucht, en stilte, zijn nergens meer te vinden.

*Auto’s in nieuwe kleuren, nieuwe types, met nieuwe sierstrips, nieuwe motoren. Aan inventiviteit ontbreekt het niet, dat moet toegegeven worden. Maar kan inventiviteit nu echt alleen maar in het bedenken van nieuwe varianten van die dode dingen gestoken worden? Waarom de aandacht niet richten op het bedenken van vervoermiddelen zonder nadelige gevolgen voor de wereld?

*Er zijn gedragingen van automobilistiese mensen die vooral voor hunzelf en hun geloofsgenoten nadelig uitpakken. Iedere keer weer knallen ze bij dikke mist bovenop elkaar, want de kudde blijft zich gedragen als altijd – de automobiele eenheid mag blijkbaar nooit verbroken worden. Maar staat kuddementaliteit niet op gespannen voet met de persoonlijke vrijheid waar die auto toch iets mee te maken scheen te hebben?

*Dat neeg weer naar sarkasme, hetgeen niet de bedoeling was. Maar hoe kan je het over bekritiseerbaar gedrag hebben zonder dat de gewetens gaan rinkelen, of de zere benen gaan opspelen? Is het kiezen van de weg van het bekritiseren eigenlijk wel zinnig? Helpt het wel? Is het niet wat te tam? Klopt het toch om in de auto een iq-test te zien? Zijn dommerds alleen met strengheid te veranderen? Zullen we dan maar een heleboel nieuwe regels voorstellen, om het gebrek aan best rijden te bestrijden? Iets in de trant van: vierpersoonsauto’s zwaar belasten, omdat er gemiddeld toch maar 1,52 personen in zitten?

*Dit lijkt me ook wel een verstandige verkeersregel: hoe vervuilender een vervoermiddel, hoe minder voorrang.

*Auto’s dienen dus nergens voorrang te hebben. Omdat de autostroom zo vloeiend mogelijk dient te verlopen moeten tot op heden degenen die alles geheel met spierkracht doen (die zich dus te voet, per rolstoel of per fiets voortbewegen) middels stoplichten tot staan gebracht worden. Bij regen is dat ekstra bezwaarlijk. De autoïsten daarentegen hoeven alleen maar het gaspedaal in te drukken – welk een machtig gevoel moet het zijn dat het ding daaraan gehoorzaamt. Zij zitten bovendien droog, en ik zie dus niet waarom ze voorrang zouden moeten hebben.

*Wie weer en wind niet durft te trotseren zou eigenlijk thuis moeten blijven. Of verhuizen naar een plek waar geen kans op een regenbui bestaat. (De maan? De achterkant alstublieft.)

*Autowegen die langs woningen lopen veroorzaken geluidsoverlast, autowegen in natuurgebieden zijn echter nóg vreselijker. Laat de wegen dus toch maar langs de huizen en de steden lopen (lopen??), maar pas de maximumsnelheid aan aan de afstand tot de woningen. (Dikke kans dat die op niet veel hoger dan 5 kilometer per uur uitkomt.)

*Het ligt so wie so voor de hand dat de aanhangersters van het automobilisme daar wonen waar de omgeving het beste past bij hun instelling. Op industrieterreinen en dergelijke, in ieder geval niet in buitenhuizen of boerderijen, niet in of bij bossen en dorpjes, en ook niet in oude binnensteden. Gewoon op de saaiste plekken, als beloning voor dat ze daar zoveel aan bijdragen.

*Als je met een zwaard zwaaiend door de stad zou lopen zou je binnen de kortste keren opgepakt worden. Dat de auto een soort zwaard is, is blijkbaar alleen maar reden om te trachten de auto te scheiden van de rest van de mensheid. Vanwaar die voorkeursbehandeling? Wanneer, noem eens wat, bioskoopbezoek tot zoveel doden per jaar zou leiden als autogebruik, dan zouden er direkt drastiese maatregelen genomen worden.

*Bij erg veel auto-ongelukken speelt alkoholgebruik een rol. Zelfs bij het geringste alkoholverbruik vermindert de reaktiesnelheid, dus vermeerdert de kans op ongelukken. Een auto is te gevaarlijk speelgoed voor mensen die niet van de alkohol af kunnen blijven.

*Zo zullen er meer dingen zijn waarbij de beste reaktie is: de auto afpakken. Voor de een is dat een strop van duizend gulden, voor de andere een strop van zeventigduizend. Heel eerlijk naar draagkracht verdeeld, nietwaar?

*Het gebruik van de auto duurder maken is natuurlijk een eenvoudige manier om het autogebruik te ontmoedigen, want veel mensen zetten hun hersenen het volopst aan het denken wanneer er iets met hun portemonnee aan de hand is.

*’Maar dan kunnen alleen de rijken nog maar autorijden...’ Ik dacht dat het allang zo was dat de wereldcruises en de landhuizen alleen voor rijken betaalbaar waren. Waarom mag de auto niet in dat rijtje? Waarom zou het erg zijn als je duidelijk ziet wie de patsers zijn?

*Bovendien, ook de niet-rijke aanhangersters van het automobilisme wentelen de gevolgen van hun autorijderij af op de fietsersters, en op de kinderen die op de stoep proberen te spelen. Er zijn geen mentaliteitsverschillen met de rijke patserij. (Toen ik klein was en op straat speelde waren er twintig keer zo weinig auto’s om ons te storen. Wie is er bang om daarnaar ‘terug’ te gaan? Zo armoedig waren die vijftiger jaren toch niet?)

*Sentimenteel weer, zo’n beroep op gevoelens voor kindertjes – even compenseren. Mensen die aan zelfdoding willen doen raad ik aan om het eerste regenwater van vlak na een droge periode te nuttigen. Levensgevaarlijk spul, vol afval van vriend auto.

*In dit verband nog een nuttige tip: ga een kwartier naast een drukke straat met je neus bij de grond liggen en je bent al een eind heen. Een paar uur volhouden is vast en zeker voldoende.

*Maar ik was nog steeds bezig met het opsommen van mogelijke maatregelen ter indamming van het automobilisme. Hier eentje ter indamming van de gevolgen. Het schijnt dat geluidswallen nogal duur zijn, vooral als ze hoog moeten zijn. Maar er bestaan toch huizen? Laat de autobezittersters pal langs de wegen wonen. Zo hoog mogelijke huizen en volkomen aaneengesloten. Huizen met de uitgang van de garage op de vluchtstrook – dat scheelt ook weer in het totaal aantal autokilometers.

*En hier een maatregel ter indamming van de dictatuur. Ik ben vanzelfsprekend niet voor dictatuur, maar ook niet voor demokratie, als die inhoudt dat de meerderheid de zin kan doordrijven. Rond het verschijnsel auto zie je volop zin doordrijven, want waar ben je verlost van wegen en van het geraas van de automobielen daarop? Demokratie begint pas ergens op te lijken als in de verdeling van het land de verschillende smaken van de mensen echt aan bod komen. Dan moet er dus een giganties gebied helemaal autovrij worden; dat zou gewoon eerlijk zijn. Daar kunnen dan de niet-autoïsten hun eigen leven leven. Ik wil de hele Veluwe wel; plus de Gelderse Vallei en de Utrechtse Heuvelrug – het wordt vast gezellig daar.

*En we verzinnen er een goocheme vorm van openbaar vervoer. Geen tgv, want dat is net zoiets achterlijks als auto en vliegtuig samen. Misschien willen we rails waar je overheen kunt met een leen- of huurlorrie, die voet- en handaangedreven is. En verder gaan we gewoon per fiets, of te voet. Ik liep eens op een dag de Veluwe over van noord naar zuid. Prachtig – afgezien natuurlijk van de te kruisen wegen die je tot ver in de omtrek kunt horen. En afgezien van dat je aan de doorzichtigheid van de naaldboomkruinen kunt zien wat de zure regen al vernield heeft.

*Op de lagere school las ik graag boeken over de middeleeuwen, die griezelige tijden waarin je op je hoede moest zijn voor de gevaarlijke lieden die achter ieder bosje op de loer konden liggen. Voor struikrovers hoef je nu niet zo bang meer te zijn. Alleen worden nu de struiken zelf geroofd. Op sluipende chemiese wijze via de lucht, zodat een dader niet meer in de kraag te vatten valt.

*Ik was net aan het zeggen dat je overal kunt komen. Zo liepen we eens van Utrecht naar de Alpen. Daar moet je wel de tijd voor nemen natuurlijk, maar het kan echt. Het avontuur ligt dus klaar, je hoeft het maar te zien. Je hoeft voor avontuur niet in een snelle auto te stappen, want dan wordt het toch maar een luie-reet-avontuur.

*Ik moet er ineens aan denken dat in de krant een stuk stond over het ontwerp voor een autoloze woonwijk. In die nog niet bestaande wijk woont tachtig procent van de mensen minder dan 125 meter van een halte van het openbaar vervoer. Zegge en schrijve hondervijfentwintig meter, hetgeen volgens automobilisten blijkbaar al een enorme afstand is. Een dozijn keer je huis van voor naar achter doorlopen – oef!

*Ik begrijp best dat autorijdersters niet gemakkelijk de trein in te krijgen zijn, ze zijn immers bang voor mensen. Die angst ontstaat vanzelf als je steeds op de weg zit en je je mensbeeld moet opbouwen aan de hand van degenen die je daar om je heen ziet, je soortgenoten dus. Het is te hopen dat mensen die op vervoer per trein overgaan, dat die eerst hun automobilistiese trekjes veranderen.

*Mensen stellen wel eens verbijsterd de vraag hoe Hitler het toch voor elkaar kreeg dat zoveel mensen achter hem aan holden. Welnu, aan de grote aanhang van het automobilisme kan je zien hoe dat werkt: spreek mensen aan op hun gemakzucht en ze stoppen vrijwel direkt met denken. Vervolgens denken ze, omdat ze met zeer velen zijn, dat ze zich net als de nazistiese legers alles kunnen veroorloven. Autofahren macht frei. O, die logika! Dat wordt weer een tirade die te ver gaat. Ik stop daarmee. Ook de overeenkomsten tussen stalinisme en automobilisme laat ik maar onbehandeld. Ik ben gewoon voor anarchisme, dus voor dat mensen zelf nadenken, voor vrij laten van de mensen. Maar ik ben er ook voor om mensen niet te vrijwaren van kritiek. Een tegenwerping tegen anarchisme die je vaak hoort is: ‘maar hoe moet het dan met de mensen die willen profiteren?’ Daar bestaat geen anarchistiese oplossing voor, anarchisme kan slechts met mensen die anarchisme willen. Ik kan de problemen van de luibuizen en egoïsten niet oplossen. Dat kunnen ze alleen zelf, door regels te verzinnen, en ge- en verboden in te voeren, door met straffen te dreigen. Allemaal halve oplossingen, wat bij zoiets als het automobilisme aan het licht komt. Degenen die de regels verzinnen zijn tevens fervente leden van de sekte van het automobilisme; zodoende zullen de regels die ik in bovenstaande punten heb genoemd er niet gauw komen. Veel mensen doen de kraan pas dicht als het water ze tot de lippen gestegen is, en er echt niet meer tegenop te dweilen valt.

*En dan denk ik: mensen mensen mensen toch. Hebben jullie nou echt niet in de gaten dat jullie volslagen voor schut staan? Dringt iets pas door als je het in duizendvoud en op de duidelijkste manier voorgeschoteld wordt? Je wilt de weg van het das-haben-wir-nicht-gewußt toch niet op?

*Kunnen jullie echt jezelf niet amuseren wanneer je op een station staat of in de trein zit – in de file had je toch ook geen ernstige last van je verveling? Gaat er echt zo ontzettend weinig in jullie om? Zitten jullie echt zo met je gedachten aan het asfalt gekleefd?

*Ik ben niet alleen voor anarchisme, maar ook nog eens voor geweldloosheid. ‘Jamaar, er zijn toch mensen die geweld gebruiken, dan helpt toch alleen tegengeweld?’ Wanneer dat zo is dan wordt het tijd om de alles stuk makende auto’s stuk te gaan maken. Als nu eens, je mag het natuurlijk niet denken, maar als die akelige etterbakkies, die lieden die almaar fietsen vernielen, als die zich op auto’s gingen richten. Op auto’s vernielen, bedoel ik. Heel spektakulair moet dat zijn voor vandaaltjes. Waarom doen ze dat eigenlijk niet? Zou het vandaal-isme een te nauwe verwant van het automobiel-isme zijn?

*Dan lees ik ergens: ‘de auto heeft een zeer centrale plaats in de samenleving verworven.’ De auto heeft die plaats niet verworven, maar de gelovigen van de Kerk van de Heilige Koektrommel hebben die plaats gewoon ingenomen – wat net even iets anders is.

*In zo’n uitspraak wordt gedaan alsof echt iedereen meedoet aan het aanhangsel van de auto zijn. Maar niet iedereen is zo gek of stom, dus het is schandalig om de auto en dé samenleving in 1 adem te noemen. Niet iedereen draagt zo enorm veel bij aan de vervuiling.

*Van de mensen van mijn leeftijd heeft toch mooi dertien, geluksgetal, procent geen rijbewijs. Er is nog hoop, dus.

*Vertoon eens lef, sloop je auto en lever de stoffelijke resten netjes gesorteerd in bij een kringloopsentrum.

*Maar sloop vooral de gedachtes die achter het automobilisme zitten. Bij ieder menselijk gedrag kun je je afvragen welke gedachtes mensen minstens in hun hoofd moeten hebben, wil dat gedrag bedacht kunnen worden.

*De verschillende gedachtes die tot het pakken van de auto kunnen leiden zijn zonder uitzondering van de gemakzuchtige soort. De auto is er uitsluitend en alleen voor het kortzichtige puur individuele gemak van de aanhangersters van het automobilisme. Voor de rest heeft de auto uitsluitend en alleen nadelige gevolgen.

*De mensen hier hielden hun adem in rond de vrijlating van Nelson Mandela, en met de fluwelen (dat wil zeggen dat volbloed anarchistiese methodes werden gebruikt!) revoluties in de oostbloklanden. Maar ze zagen niet dat zoiets hier natuurlijk ook kan. Gewoon die 80 kilometer per uur gaan rijden en er is weer meer rust. Of dat ding helemaal aan de kant zetten.

*Er is minder moed nodig om je hier ànders op weg te begeven dan om in een land met apartheid of stalinisme de straat op te gaan. Hier betreft het alleen de moed om een ietsjepietsje af te wijken.

*De twintigste eeuw zal later benoemd worden als de eeuw van de privé-auto, tevens als de eeuw van het dieptepunt van het menselijk vernuft. Die eeuw van de kortzichtigheid is nu bijna voorbij. Vanaf 1 januari 2000 wordt je niet meer tot Homo sapiens, de wetende mens, gerekend als je in een auto zit, in de aprèsnousledélugemobile, de naonsdezondvloedkar. 

 

 

 

Deze heruitgave is gemaakt in februari 2001. De tekst is niet gewijzigd, de oorlog in de Balkan is voorbij (laten we het zo maar noemen), de eenentwintigste eeuw is begonnen, de auto is bijna uitgestorven. Nog een paar eeuwen geduld. Verstand komt met de jaren.

Voor degenen die met cijfers meer geholpen zijn dan met tirades is er ‘Het Autoboekje’, uitgegeven in 1991 door De Kleine Aarde in Boxtel, waarin ook een literatuurlijst staat voor nog meer cijfers. Op het wereldwijde web zal je ook veel kunnen vinden intussen.

 

Atalanta, Simón Bolivarstraat 95, 3573 ZK Utrecht, atalanta@antenna.nl